Op bezoek bij Learning Through Landscapes en groene schoolpleinen
10 – 15 september 2006
10 september 2006 arriveerden we om 16.10 uur vanuit Schiphol op het vliegveld van Bournemouth, Zuid-Engeland. Een grappige, kleine luchthaven met een serie geïmproviseerde hallen, schuur- en hangarachtige gebouwen. We stapten gewoon zo uit het vliegtuig, gedisciplineerd, zigzag wandelend langs de controles in een maffe, typisch Engelse queue, en dan gauw de deur uit naar buiten: open veld en parkeerterreinen voor je neus.
´The Yellow Bus’ stond er ook al, maar vertrok pas om 17.10 uur richting Bournemouth C.S. Dus we dronken nog in alle rust een flesje ‘Oasis’, een soort ‘Cassis’ – eindelijk weer eens geen euro´s in handen, even alle briefjes en munten goed in ons opnemend.
Altijd weer even wennen, Engeland, spannend de eerste momenten in de bus of in een auto – als een spookrijder keihard tegen het verkeer in gaan…
Op het station in Bournemouth heel gauw een aansluiting naar Winchester, 17.40 uur. Vriendelijk spoorpersoneel, heel geduldig. In een mooie, verrassend moderne trein, met een flinke tafel tussen de zitbanken in, genoten we even van de reis door het New Forest, langs Southampton. Iets over 18.30 uur aankomst in Winchester. Wandelend naar de Bed & Breakfeast van Brigid Brett, 3, St.Michaels Road. Oei, iets te vroeg, ze bleek nog bezig met ‘the finishing touch’ op onze kamer…
Vriendelijk, frisse, aardige uitstraling, typisch burgerlijk Engels ‘home’. Uitpakken, opfrissen, sleutels niet vergeten en gauw de stad in. Winchester bleek een fraaie, oude stad met een immense kathedraal, een heel oud befaamd College, een universiteit, een kasteel met, nog veel indrukwekkender, een imponerende ruïne, een mooie oude binnenstad, oude muren, poorten en de romantische rivier Itchen.
Op een mooi gelegen terras bij deze snelstromende rivier enkele welverdiende ales gedronken en een kleinigheid gegeten. Nog wat door de spaarzaam verlichte oude stad gedwaald, vroeg back home, moe, maar zeer tevreden met de eerste indrukken.
11 september 2006
5 jaar na dato…
8 uur ontbijt – nadat Mrs. Brett ons gisteravond op onnavolgbaar Britse wijze hoogst politely had duidelijk gemaakt, dat de andere gasten om 8.30 uur zouden ontbijten, dus… en voor ons was het dan toch al, gevoelsmatig, 9.00 uur – o.k.
Echt Engels ontbijt met veel te sterke thee, de keuze uit 5 dozen vol zeer verschillende cornflakes, en dan een bord met bacon, gebakken ei, tomaat en champignons, de befaamde worstjes en toastbrood. We zaten er nog toen de overige drie gasten in de woonkamer verschenen: een onopvallend ouder stel en een op en top Engels heerschap, geen idee hoe oud, héél oud waarschijnlijk, maar uiterst grappig, open, kritisch. De tijd vloog om in de op zich stijve ruimte met oude kasten vol Wedgewood-porcelein, boeken, passende snuisterijen, een piano, en fraai uitzicht op een goed verzorgde bordertuin.
Heerlijk weer, op een terras van een nieuw informatiecentrum van de kathedraal, koffie (veel en goed) en gebak geprobeerd, allervriendelijkst bediend door vrijwilligers die er nog even ‘in moesten komen’.
Nu bij daglicht door de mooie stad gewandeld, langs de Itchen, kerk in, kerk uit – een unieke kleine kerk lag boven in een stadspoort, bereikbaar via een smalle overdekte buitentrap! Fraaie binnenhoven, oude gebouwen, parken, en vervolgens aan de stadsrand door een ruig uiterwaardengebied van de Itchen gedwaald, echt mooi! ‘Natuurlijk’ zagen we een kingsfisher (ijsvogel) langsflitsen, maar voor het eerst zagen wij ook verwilderde Oranje springbalsemienen!
Daarna ook nog even de heuvels op voor een fijn uitzicht over Winchester.
Gauw even naar de B & B, opfrissen, het nodige inpakken voor Learning through Landscapes (LtL), lunch in een pub met tuinterras en toen stonden we om iets voor 13 uur voor het gebouw waarin ook LtL gevestigd bleek te zijn: de Law Courts, imposante nieuwe en oude gerechtsgebouwen! Intimiderende ontvangst in een immense hal, bij de receptie kenden ze LtL niet! Na enig heen en weer kwam er wel groen licht, LtL bleek toch ergens in de gebouwen kantoor te houden. Maar eerst door een detectiepoort, sleutels, geld in het bekende bakje, eenmaal door de poort werd ons rugzakje ook nog grondig doorzocht. Weer een loket, mevrouw kende LtL ternauwernood. Ze kreeg gelukkig Mary Jackson aan de interne lijn, even in een zithoek op haar wachten… Minuten zijn dan lang, maar we waren nu gelukkig zeker niet meer te vroeg of stipt op tijd. En daar kwam Mary eindelijk aan.
Na een onnavolgbare wandeling kwamen we, dankzij gids Mary, in een van de ruimten die LtL hier gehuurd had. Bij twee grote mokken sterke thee begon onze uitwisseling met het overhandigen van onze cadeaus, het mooie boek van Reinhard Witt, “Naturerlebnisräume” en stroopwafels voor bij de thee. Wij vertelden vervolgens kort, in vogelvlucht, over Stichting Oase, Springzaad, actuele projecten, onze internationale contacten; Mary noteerde het een en ander, maar ze had jammer genoeg weinig tijd. Ze vertelde daarom aan de hand van een klaarliggende map met basisinformatie – flyers, brochures e.d. – in hoog tempo hun verhaal. We mochten daarna nog wel even hun gemeenschappelijk kantoor zien en ze keek nog gauw via Google naar telefoonnummers van mensen en scholen die wij, op haar aanraden, de komende dagen nog zouden kunnen bezoeken. Onze wens nog wat materiaal – boeken, video’s – te mogen kopen, was voor hen op dat moment te veel gevraagd. We werden via de achteruitgang – ‘bespaart jullie die vervelend lange gangen en detectiepoortjes bij de uitgang’ – naar buiten gewezen. Via enge deuren en poorten, lugubere gangen en een parkeerterrein met veel camera’s, liepen we al om 14.30 uur weer over de mooie hoofdwinkelstraat van Winchester. We waren vooral heel blij dat Stichting Oase / Springzaad altijd in een veel toegankelijkere en inspirerendere omgeving gehuisvest was en is! Dit bezoekje was enerverender dan we hadden verwacht. We vonden weer ontspanning in de stilte, de schoonheid van een bijzonder fraaie, kleine kerk (de 3e al vandaag!) en we bezochten daarna een indrukwekkende, interactieve tentoonstelling in het gemeentemuseum.
We genoten van de zon in de fraaie parken en langs de rivier, van het onverwachts groot ruïnecomplex van Wolvesey Castle – wat een respect voor het verleden!
Na een lekker Engels biertje gingen we om 17.30 uur in de kathedraal luisteren naar de indrukwekkende zang van 12 mannen in het Choir van de kathedraal: “Evensong”. Veel eindeloze, tijdloze schoonheid achter elkaar na deze LtL afknapper van zielloze vluchtigheid in passende werksferen.
Na de zang in een prachtig oud gebouw Italiaans gegeten. Daarna nog lang, op deze warme septemberavond, door onbekende, lommerrijke stadsgedeelten geslenterd, verzorgde Engelse tuin- en villasferen in ons opnemend. Bijna nog in een mooi oud, verbouwd industriegebouw (of zo iets) naar de nieuwe film van Aldomovar, ‘Volver’ gegaan, maar toch na enig heen en weer te moe voor Spaanse tekst met Engelse ondertitels.
12 september
Voor vandaag stond ons reisje naar Arborfield op het programma: Coombes School, hooggespannen verwachtingen, na de beelden in een Zweeds, Engelstalig boek en op video’s en de enthousiaste verhalen van eerdere bezoekers.
Mary Jackson had ons aangeraden een auto te huren, maar Coombes School bleek gelukkig prima met het openbaar vervoer te bereiken. Een rechtstreekse trein naar Reading en vandaar (na een uurtje extra de stad wat verkend te hebben) de bus die ons in een half uurtje naar Arborfield bracht.
Een jongen wees ons de weg door sluip-door paadjes naar de ingang van de school. Uit het kaartje hadden we de indruk gekregen dat Coombes School ver buiten het dorp lag, maar dat was gelukkig niet het geval. Even dachten we dat we bij de Gemeentewerf aankwamen (veel los materiaal van allerlei aard), maar al gauw herkenden we genoeg ‘schoolgroen’ en liepen we over een pad naar links met bomen en struiken naar het schoolgebouw. Rechts lag een andere school (een basisschool van de Church of England). We werden zeer hartelijk welkom geheten, hoewel het ons niet helemaal duidelijk was of ze van onze komst op de hoogte waren. Susan Humphries nam gelijk de tijd voor ons. Na eerst geregeld te hebben dat we konden mee-eten (met de warme maaltijd tussen de middag) liet ze ons in vogelvlucht het terrein zien. Eerst langs de schapen op het dijkje tussen de fruitbomen. De lammeren worden samen met de kinderen grootgebracht. Nog meer fruitbomen. Vooral appels, maar ook peren en een prachtige moerbeiboom met heerlijk rijpe vruchten, waar we natuurlijk van mochten proeven. Susan liet ons deze eerste ronde vooral de indrukwekkende stenen zien. Uit alle delen van Engeland representeerden zij als het ware de Engelse landschappen. Een groep stenen moest een soort grotto worden. Maar die beviel haar nog niet (esthetisch gezien). Onderweg maakten we kennis me haar opvolgster (net een jongere zus) en met een jonge man die veel in de tuin verzorgde, maar ook bezig was met houtwerk e.d. voor de buitenklasruimtes. We kwamen ook langs een diep uitgegraven vijver, waar op dit moment (de zomer was nog droger dan in Nederland) bijna geen water in stond. Goed afgeschermd. De kinderen van Coombes zijn nog klein – van bijna 4 tot 7 – en mogen er ook niet zonder volwassenen komen.
Tijdens de lunchtijd aten de kinderen aan buitentafels of op allerlei boomstapels (wij ook). Wij konden in alle rust (en nauwelijks opgemerkt – de kinderen zijn duidelijk aan bezoek gewend) zien hoe de kinderen na het eten ieder op hun eigen wijze zich spelend amuseerden. Heel veel bewegingsspel (rennen, springen, klimmen op allerlei materiaal, waaronder prachtige dikke boomstammen), kruipen (brede rioolbuis), hinkelspelen e.d. die op het asfalt getekend waren. In alle randen van het speelplein waren natuurlijke en geconstrueerde hutten en holletjes, waar kleine groepjes kinderen rustig samen zaten te kletsen, om dan ineens op te springen en zich tussen de rennende kinderen te mengen. Een paar jongetjes waren met volle overgave bezig houtmolm uit gaten in de dikke, liggende boomstammen te verzamelen en op een andere plek hiermee weer gaten te vullen. Een bootje was aanleiding tot ander – rustig – spel. Door de rioolbuis kwamen de kinderen uit op een smal paadje achter het schoolplein. Hier zijn ze even buiten het zicht van volwassenen. Een paar jongetjes waren er een tijdje (geheimpjes?), maar de meeste kinderen gingen snel weer terug naar het plein al dan niet door de buis). Een meisje dat gevallen was kreeg op een goede manier aandacht van de aanwezige volwassenen (leerkrachten en moeders).
Na de lunch werden we naar een klaslokaal gebracht. De kinderen die deze week voor het eerst op school waren werden samengebracht in dit lokaal. De meesten werden verdeeld over allerlei activiteitengroepen sport, kunst, andere vakken. De rest (zo’n 12 kinderen) ging eerst spelen. Ook hier waren veel volwassenen. Twee klasse-assistenten (allebei Sam geheten, vrouwen voor de duidelijkheid), een stagiaire en een moeder (en wij dus). Een jongetje (Harry) had heimwee naar zijn moeder, moest steeds huilen. Hij werd apart genomen en kreeg op een onnadrukkelijke, maar effectieve manier extra aandacht. Na een halfuurtje spelen was het tijd voor ‘fresh air’. Samen met de kinderen verkenden we het terrein. Een heel goede manier! ‘Who knows what this wooden house is called?’ De meeste kinderen keken maar wat in het rond, maar eentje wist het antwoord ‘The look-out!’ (uitkijkhut). We liepen hand in hand (Willy met een klein zeer bewegelijk ‘ADHD-jongetje’, Marianne met Meghan, een ‘hippie-kindje’). Langs het hele grote middenveld (voor sport e.d.) was een brede strook met spannende beplanting – ook wilgentunnels, samengebonden hazelaars, een smal pad met interessante hoogteverschillen – een andere wereld. Later op de middag liet Susan ons de plek zien waar ze de vossen voert met restvlees e.d.. Zo nu en dan passeerden we andere groepen, o.a. de groep van Susan die een ‘environmental group’ (kinderen die voor dit thema kiezen) begeleidde. Ieder had een zak met allerlei spannende natuurvindsels bij zich. Op hun buik (Susan ook) verzamelden ze b.v. mos, vlakbij een van de buitenlokalen. In de mini Stonehenge speelden de kinderen verstoppertje. De tocht eindigde bij het speelplein dat we al kenden van de lunchpauze.
Susan liet ons nog een paar van haar lievelingsplekken zien (o.a. de vosvoederplaats) en vertelde dat ze heel bewust bezig was bomen zo te buigen dat er een sprookjesachtige sfeer ontstaat. De ene Sam vertelde hoe jammer ze het vond dat haar kinderen na hun 7e naar de andere school op hetzelfde terrein moesten. Een grote kloof…
Susan bracht ons na een kop thee zelf met haar auto naar Reading terug. Wederzijdse bevestiging, ook over LtL Warm feelings.
Nadat we op het station waren afgezet zijn we naar de Theems gelopen en hebben daar op een bankje nog wat nagenoten van deze heel prettige ontmoeting op een bijzondere school met een heel bijzonder mens, die bij haar opvolgster, kinderen, collega’s duidelijk een heel inspirerende plek inneemt. Een jaar later zou Susan ook een prominente plaats tijdens onze boekpresentatie in kasteel Groeneveld innemen. Alleen al haar aanwezigheid voelde voor ons als een enorme eer!
Terug met de trein naar Winchester. ’s Avonds in een heel aardige pub nog een zeer aangename ontmoeting met de – naar nu bleek in Berlijn aan het eind van de eerste wereldoorlog geboren, maar vanaf zijn puberteit in Engeland woonachtige – man die we al van het ontbijt in de B&B kenden. 88 en dan nog zo helder, kritisch. Nog zo’n bijzonder mens en dat op één dag!
13 september
Afscheid van Bridget Brett en the old man. Trein naar Chichester, bagage achtergelaten bij ons nieuwe B&B adres ‘Cherry End’. Beetje Chichester verkend en dan met de trein verder naar Worthing. Eerder uitgestapt (Durrington-on-Sea). Vandaar was het nog zo’n 20 minuten lopen naar het Oakwood College, een grote school voor kinderen met ‘special needs’. Ca. 250 leerlingen met alle denkbare lichamelijke en geestelijke handicaps. Ook hier werden we zeer hartelijk ontvangen. Het was lunchtime en daarvoor waren we al aangemeld. Een nieuwe school (een jaar oud), een mooi gebouw met heel veel voorzieningen (o.a. grote sportzaal, zwembad, een enorme ruimte rondom).
Geld was er ook voor bijzondere projecten, uitgevoerd o.a. door sponsoren, zoals het waterleidingbedrijf Southern Water dat een droogtetuin had aangelegd aan de buitenkant van de school. Een visitekaartje waar Jenny Rollings (waar we al via de e-mail contact mee hadden) zichtbaar blij mee was. De patio (ook heel groot, eerder een binnenterrein) was mooi ingericht. Voor Jenny was het heel wezenlijk dat de kinderen overal aan meewerkten. Planten van bomen, struiken en vaste planten, verzamelen en verspreiden van zaden, paden maken, mozaïek stapstenen etc. Overal waren de kinderen bij betrokken.
Jenny’s collega William is meer de ontwerper, de kunstenaar. Beetje verlegen, soms moeilijk te verstaan, maar hij liet ons graag de plek onder de bomen zien waar nu tijdelijke tuintjes zijn, maar waar vooral door de kinderen gewerkt wordt aan land-art, geïnspireerd op Goldsworthy. Er is al een plek gepland voor een grote vijver. Net als op de vorige school (Palatine) willen ze die helemaal door de kinderen zelf laten graven. Dat mag gerust jaren duren. In de loop van de middag hebben we verschillende groepjes kinderen aan het werk gezien. Zonder stress. Ze leerden wel wat, b.v. hoe je het handigste een plant uit een pot ‘slaat’ en hoe diep je moet graven om te planten, maar er stond helemaal geen tijddruk op. Er zijn ook grote kinderen die al stage lopen bij daarvoor geschikte groenbedrijven. Er was veel persoonlijke aandacht. We zagen een van de kinderen (spastisch) die samen met een volwassene bellen blies, en enorm veel plezier had daarbij.
Jenny had in haar lokaal een box neergezet met leuk opgemaakte fotomappen van gerealiseerde projecten. Vooral van de school waar ze eerst zaten, Palatine School in Worthing.
We hadden dus al het een en ander gezien, maar toen we na schooltijd daar met Jenny gingen kijken, waren we toch zwaar onder de indruk van deze horticulturele prestatie. Heel mooi, langzaam opgebouwd, ook samen met kinderen en ouders en grootouders. Een tuin vol herinneringen. We konden ons goed voorstellen hoe moeilijk het moet zijn geweest te aanvaarden dat de school naar een ander, nieuw gebouw zou moeten verhuizen. Weliswaar op slechts een paar honderd meter afstand, waardoor de tuin nu nog wel onderhouden wordt door vrijwilligers van de school en door William (die ook nog even op de fiets kwam kijken). Binnenkort komt in het gerenoveerde Palatine-gebouw een andere school.
We wandelden rustig door de verschillende sferen van de tuin (o.a. ook hier een droge tuin, grote vijver met uitkijkhuisje / annex natuurlaboratorium. In de vijver waren goudvissen gekomen, reden om een nieuwe te graven en deze uitsluitend te laten bevolken door salamanders en kikkers. Opvallend grote vijgen- en olijfbomen! En andere zuidelijke planten, zoals de reusachtige Slangenkruidplanten. Langs het gebouw een strandtuin, met allerlei vondsten, maar ook mozaïeken. Daar vlakbij allemaal kleipoppetjes. Dat net in deze tuin het fotoapparaat weigert is natuurlijk heel jammer. Maar Jenny bood aan ons de gewenste foto’s te sturen.
En ze bracht ons, weer zo aardig, met haar auto naar zee. We liepen – o.a. langs een strandtuin (ook van Southern Water) naar de pier van Worthing. Vreemd weer, heel vochtig, koud en warm tegelijk. Per trein terug naar Chichester.
14 september Chichesterdag
Eerst met de bus naar Birdham, een dorp 6 km ten zuiden van Chichester. Door een mooie groene poort bereikten we de dorpsschool van Birdham.
Een eenvoudig schoolgebouw, met weer een enorm terrein eromheen. Aan ruimte geen gebrek. Na ons ingeschreven te hebben in het bezoekersregister wachtten we op de head-teacher van deze Christelijke school. Deze head-teacher, Mr. Johnson had heel beperkt tijd (en kennelijk onze e-mail niet ontvangen), maar desondanks leidde hij ons enthousiast over het schoolterrein rond. Eerst naar de lemen hut (fits-werk), die vroeger met stro bedekt was geweest, maar nu na een brand (veroorzaakt door rokende meisjes) provisorisch met plaatmateriaal was afgedekt. Kinderen hadden een dergelijke hut gezien op een uitstapje naar een prehistorisch dorp (vgl. met de prehistorische dorpen in Wilhelminaoord en Eindhoven) en wilden zoiets ook in hun eigen tuin. Bij de hut wilde Mr. Johnson graag oude graanakkertjes inrichten. Iets verderop de (nog jonge) boomgaard met oude appelrassen en de moestuin (gedeeltelijk in autobanden).
Bijzonder was vooral een soort geheime tuin. Mr. Johnson opende die voor ons en bracht ons in een onverwacht spannend, wild stukje tuin, met een natuurlijke vijver vol salamanders en kikkers. Ook hier een mooie kijkhut. Een lokaal dat ‘over was’ wilde hij gaan verbouwen tot een soort veldstudiecentrum. Webcams bij de vijver, dat soort dingen. Ook met een molen en zonne-energie.
Dit jaar was er extra geld voor environmental education. Hij had daarvoor een part-time medewerkster in dienst genomen. Op de vraag tenslotte of ze ons andere scholen in de omgeving aan konden bevelen, raadden ze ons de Jessie Younghusbandschool in Chichester aan. Dat waren we al van plan, maar een bevestiging van collega’s is natuurlijk altijd welkom!
Terug met de bus naar Chichester. Via de VVV adres en routebeschrijving gekregen. De veiligheidsmaatregelen waren hier wel heel extreem, maar eenmaal binnen was de ontvangst net zo hartelijk als op alle andere scholen. En hier hadden we ons helemaal nog niet aangemeld!
Binnen een paar minuten kwam een onderwijsassistente die ons alles liet zien: eerst een nieuw gedeelte – een zintuigentuin, met o.a. een fonteinachtige waterplek, leuke kinderkunst (grote aardewerken insecten). Daarna naar de vijver, die net als in Birdham deel uitmaakte van een natuurlijk, bossig gedeelte aan de rand van het terrein. In het verlengde van het vijverbosje speelheuvels, een houten speelaanleiding (beetje teveel prefab), en daarachter weer een enorm veld (2 voetbalvelden) voor voetbal en andere sporten. Ook op deze school een moestuingedeelte, een klein boomgaardje en veel aandacht voor compost.
Ondertussen was het pauze geworden en zagen we dat de meeste kinderen in de buurt van het gebouw bleven. Onze rondleidster vertelde ons dat in de zintuigentuin een plek was waar kinderen heen konden gaan als ze niemand om mee te spelen hadden en een speelgenootje zochten. Er stond inderdaad op dat moment een jongetje waar dat voor gold.
In de patio was een stiltetuin, waar niet meer dan 12 kinderen tegelijk mochten zijn. Als ze behoefte hadden naar die tuin te gaan konden ze een oranje kaart gaan halen. Die fungeerde dan als toegangsbewijs. In de stiltetuin waren bomen en struiken (op planteilandjes) tussen de tegels, een zitplek en een verhoogde waterbak met planten en goudvissen. Er stonden drie jongetjes om heen. Eentje ontdekte een dood visje, dat op de bodem lag. ‘Maar misschien sliep hij even’, stelden ze zichzelf gerust…
Op deze school maakten ze ons nog attent op een privé – school in de binnenstad (direct naast de kathedraal) en ook de vrouw van de B&B had ons gewezen op de bijzonder groene omgevingen van de public schools op het platteland rond Chichester. Maar omdat we daar van te voren geen contact mee opgenomen hadden en we ons voor konden stellen dat er op die privé – scholen nog meer aanleiding zou zijn voor achterdocht besloten we de resterende tijd te besteden aan het verwerken van de opgedane indrukken en nog wat van het stadje en de omgeving te bekijken.
15 september
We namen de laatste dag de bus naar Bangor Regis. Een heel aardig plaatsje aan zee, waar we vooral onder de indruk waren van de prachtige grote wieren die er aangespoeld waren (en geen schelpen).
Terug in Chichester haalden we de bagage op (die we daar gelukkig mochten laten staan, verder geen enkele mogelijkheid meer bagage op te geven, nog niet eens in een museum!) en reisden rustig met de trein naar Christchurch, om vandaar met de taxi (net zo duur als de bus op de heenweg) naar het vliegveld te rijden. Na enorm omslachtige en tijdrovende controles (schoenen uit, fouilleren, alle bagage controleren, alle pennen in ons etui op 2 na geconfisqueerd) terug naar Nederland.