In het zomernummer van 2001, helemaal aan het eind van zijn artikel “In de ban van de roos“, pleitte een van de meest productieve en vakkundige auteurs van het tijdschrift Oase, Jan Jaap Boehlé, niet alleen hartstochtelijk voor meer rozen in onze tuinen, maar nodigde hij de lezers ook uit voor een andere favoriete plant van – niet alleen – hem: Parnassia! Niet zo ver van zijn woonomgeving, in de Lauwersmeer, volgde hij sinds vele jaren met groeiend enthousiasme de natuurontwikkelingen in deze voormalige zeeboezem. 25 augustus 2001 leek hem een geschikte datum.
In ons logboek staat het volgende over deze bijzonder zomerdag: “Een enerverende, boeiende, hete excursiedag met 14 deelnemers (+ Jan Jaap, zijn broer Rik en Willy). Kwekerij De Beemd, veelbelovende nieuwe tuin, mooi terras, koffie en gebak. Vier botanisch excellente plekken in de weidse Lauwersmeer; goed gegeten in Zoutkamp en genoten van de tuin van René Odé. Ware het niet dat we vervoersproblemen hadden, dan was het een – te hete – perfecte dag geweest.” Ach, en die hitte en te weinig carpoolplekken (vermoed ik) hebben we ook wel weten te overleven en op te lossen…
Een stroom van associaties
Een artikel vóór Jan Jaap’s “In de ban van de roos” komen we het artikel van Rob Leopold, “De gouden bloem en Parnassia”, tegen. Een herinnering aan Victor Westhoff en Ben Veld, die beiden in 2001 overleden. We zien de glimlach nog op de gezichten van Rob en Victor bij het noemen van het woord Parnassia tijdens de voordracht van Rob’s prachtige gedicht “Kranskarwei”:
(...) En dan de bloem, die wel een Lotussoort moet zijn, haar witte krans volmaakt, en wijd, en rein, haar hoger honing goud, doorzichtig, fijn geheven naar het licht, als kristallijn: Parnassia. Heel still. De hemel om haar heen. Als sterren staan zij samen, en elk voor zich alleen, te dromen in het blauw, gespreid in 't azuur, waar ik nu, om mijn schouder, al evenzeer in tuur. (...) (uit: Kranskarwei, 2006)
En wij herinneren ons weer scherp, dat we eind jaren ’90 van Rob Leopold maaisel uit de Lauwersmeer cadeau kregen voor onze schrale viijveroevers. Misschien lukt het… Voor we in 2009 naar Texel vertrokken, stonden daar meer dan honderd parnassia-plantjes. Tussen nog veel meer moeraswespenorchissen, zonnedauw, duizendguldenkruid, geelhartje, moerasvarens enz. Hetzelfde verbond van soorten als in de ‘echte natuur’, wel op een kikkersprong afstand van het terras in een drukke tuin ver van de kust, in Gelderland. Een tuin die de Engelsen niet ten onrechte ‘Artistic ecology’ noemden…
Op Texel zou het uiteraard niet lang duren voor we massale groeiplaatsen van parnassia in b.v. de Kreeftenpolder ontdekten. Het verlangen om die prachtige witte bloemetjes weer te zien bloeien, is nog elk jaar even groot en het ontdekken van de subtiele bloemetjes maakt ons elke keer weer heel blij. Nu ik dit schrijf al weer ruim 13 jaar lang ondertussen…
Als je oog dan eenmaal gericht is op die kleine, fijne juweeltjes, zie je de naam Parnassia langs de Nederlandse kust heel regelmatig. Zeker in de gastronomie, zoals b.v. een strandpaviljoen in Bloemendaal. Maar we kennen in Bergen aan Zee ook nog een kleine, zeer oude en in 2005 nog gerestaureerde heemtuin Parnassiapark. Voor mensen die nooit langs de kust of op de Waddeneilanden verblijven: wij zijn parnassiaplantjes ook af en toe tegengekomen in micro-milieuschalen, een horticultureel hoogstandje dat ruim 50 jaar geleden, beginjaren ’70, in de kwekerij van de heemparken in Amstelveen ontwikkeld werd. Lees over dit fenomeen meer in het lentenummer 2011 van Oase of, nog uitgebreider, in het item Studiedag Milieuschalen in Amstelveen. Met een beetje groene vingers en geduld kun je in ruime schalen de mooiste milieus creëren!!