werk in uitvoering
Wat fascineert ons toch zo aan eilanden?
Is het misschien de veerboot die je er naar toe brengt? Veerboten lijken, bij iedereen die voor het eerst een eiland gaat bezoeken, te zinderen van een verwachtingsvolle spanning: de uitgelaten kinderen die proberen staande te blijven met hun rug tegen de wind, maar ook de volwassenen die ervaren dat ze ‘los komen’ van alledaagse beslommeringen. Hoe vaak hebben we niet gehoord op ‘onze’ veerboot dat de vakantie al op de boot lijkt te beginnen. Dat ze dan al tot rust komen. Natuurlijk is bij ons zelf de verwachtingsvolle blik na zo’n 1000 of meer keer te zijn overgevaren wel wat gesleten, maar bij ieder voor ons ‘nieuw’ eiland toch weer even sterk aanwezig. Het is de veerboot die een eiland tot eiland maakt. Een eiland waar je met een brug of tunnel kunt komen, voelt al heel wat minder als een ‘echt’ eiland.



Of is het de zee rondom? Altijd vertrouwd aanwezig en nooit hetzelfde. Soms woest met een prachtige branding, maar andere keren bijna vlak als een spiegel. Veel mensen komen naar een eiland om ‘uit te waaien’, even helemaal te resetten. En dat kan perfect langs de kust of die nu uit zand, dijken of rotsen bestaat. De wind, maar vooral ook de oneindige verte van de zee maken dat heel eenvoudig mogelijk. Het is de zee die een eiland tot eiland maakt. En dan is het geen probleem als die zee er, zoals op Texel, aan de ene kant heel anders uitziet dan aan de andere kant. Integendeel zelfs. Hoewel wel duidelijk is dat de meeste mensen de voorkeur geven aan de dynamische westkust (Noordzee) boven de veel rustigere oostkust (Waddenzee). Maar voor ons zijn juist die verschillen zo fijn.




Is het de eilandcultuur? Bestaat zoiets wel? Eilanders zijn er natuurlijk in soorten en maten, net als overal. En van Texel wordt zelfs beweerd dat het ‘Nederland in het klein’ is, waardoor het lijkt of er geen verschil is. Maar misschien zit in dat toevoegsel ‘in het klein’ wel een deel van de verklaring. De afmetingen van eilanden zijn bepaald en te overzien. Dat geldt natuurlijk niet (of minder) voor de grote eilanden, zoals Groot Brittannië, Ierland en IJsland. En toch heerst ook daar een gevoel van ‘het met elkaar moeten zien te rooien’.






Ondanks alle onderlinge verschillen toch verbonden door het eilander zijn. Eilander zijn is deel van je identiteit. Als Texelaars de boot pakken gaan ze naar ‘de Overkant’. En die Overkant bestaat dan eigenlijk uit de hele rest van de wereld, met uitzondering van andere eilanden. Als vakantiebestemming zijn voor veel eilanders, ook voor ons, eilanden extra aantrekkelijk. We hebben in ons leven dan ook heel wat eilanden bezocht.
Eilanden die we bezocht hebben
Laten we beginnen met de overige 4 bewoonde Waddeneilanden op Nederlands grondgebied. Die hebben we in de loop van ons leven allen enkele keren, tot vele, vele malen bezocht. Uiteraard is Texel voor ons een verhaal apart: wij wonen hier tenslotte ononderbroken sinds 28 februari 2009 en vermoedelijk zullen we hiervandaan ook niet meer echt verhuizen. Regelmatig op reis gaan, andere einders verkennen zullen we, zolang we daartoe in staat zijn, zeker blijven doen. Het nomadische laat ons zelden langer dan een paar weken met rust…
- Vlieland, onze oosterburen, zagen we vaker uit de verte dan dat we Vlieland langere tijd bezochten. Wat we dan natuurlijk uitsluitend vanuit Texel zien is ‘hun’ Hors, de Vliehors. En die is jammer genoeg veel minder uitnodigend dan de Texelse Hors, want tevens ook militair oefenterrein van de Nederlandse Luchtmacht. Maar de overtocht vanaf de eenvoudige houten steiger op Texel is zo spannend dat we al enkele keren met en zonder vrienden Vlieland een dagje bezocht hebben. Dan vaar je met een leuke kleine boot “De Vriendschap“, en vervolg je de reis met een aparte Amerikaanse legervrachtwagen door die enorme zandbak, de Vliehors (ongeveer een derde van het hele eiland!), met of zonder fiets tot de eerste bewoning op Vlieland, het Posthuys. Van hier is het al heerlijk wandelen in de Kroon’s Polders en het nabije Posthuiswad. Of je huurt een fiets, hebt een fiets bij je of neemt gewoon de bus en verkent de rest van het eiland. In een goed geplande dag kun je al heel wat van Vlieland beleven! Tijdens onze “Tour der Herinneringen” startten we 28 augustus 2018 vanuit Texel via Vlieland onze lange fietstocht door Nederland en Vlaanderen.










- Terschelling, het volgende eiland vanuit Texel gezien, was ons favoriete eiland in onze Beuningse periode (1993 – 2009) – al begon vanaf 2006 de balans richting Texel over te hellen. Op Terschelling wonen en aan de overkant werken is gewoon een onmogelijke opgave…











- Ameland, kreeg van ons de minste kansen ons hart te stelen… Minder makkelijk te bereiken en dan zeker niet uitstekend boven de rest. Toch hebben we ook hier van de mooie eilandsfeer genoten, zeker in de fraaie dorpen van Ameland en op Het Oerd aan de oostkant van het eiland.








- Schiermonnikoog, hier versterkte zich al diep in de vorige eeuw – vooral in onze Groningse jaren – onze liefde voor de Waddeneilanden. Vanuit de stad Groningen kun je – wel vroeg uit de veren – met een bus tot naar de haven in Lauwersoog met een aansluitende boot naar Schiermonnikoog varen en vroeg in de avond weer op dezelfde wijze terug reizen. Genoeg tijd om vanaf de boot direct, rechtsaf, de natuur in te duiken en na een dagje puur natuur (zelf verzorgen) via het pittoreske dorpje weer terug te wandelen tot de boot. Dat deden we dan ook regelmatig. In de zomer van 2005 verbleven we uitzonderlijkerwijze ook eens 2,5 dagen op het fraaie natuureiland.






- Tiengemeten, geen Waddeneiland, maar een riviereiland in het Haringvliet met een bewogen geschiedenis. Dit eiland kwam voor ons pas in beeld in de jaren ’10 van de 21e eeuw. Sindsdien zijn we een handvol keren met veel enthousiasme en eilandplezier op Tiengemeten geweest: meestal in verband met de prachtige speelnatuur op het eiland, waar onze Oase- en Springzaadvriendin Sigrun Lobst als ontwerper en aandrijver in de beginfase een belangrijke rol in speelde. Onder de trefwoorden Tiengemeten en Sigrun Lobst kun je veel lezen over de jongste geschiedenis van het vroegere landbouweiland. Maar we waren er ook tweemaal zonder directe “Oaseverbinding”: eenmaal gewoon een lang weekend om met z’n tweeën de sfeer van De Herberg te beleven en al fietsend het gehele eiland te verkennen, de andere keer als reisdoel van de familiereünie van de van Lier’s (8.9.2013).











Duitse Waddeneilanden
Norderney, Amrum, Hallig Hooge – en heel even de buren in Baltrum
Langs de Noord-Duitse kust maakt men een onderscheid tussen Ostfriesische Inseln (tot de Jadeboezem bij Wilhelmshaven) en de Nordfriesische Inseln (van Husum tot aan de Deense grens). Maar samen met de Nederlandse (sinds 2009) en Deense (sinds 2014) eilanden maakt het unieke gebied deel uit van het Werelderfgoed Waddenzee.


Van de Duitse Waddeneilanden bezochten we er maar twee (van de 12) bewoonde eilanden tijdens ons ‘samenleven’: Norderney en Amrum. Van het typisch Duitse fenomeen Hallig (ook omgeven door zee, maar eigenlijk een handvol terpen/wierden ‘die ze vergeten zijn in te polderen…’, zie kaart rechts boven) bezochten we er eentje, Hallig Hooge.


Willy bezocht al op 8 jarige leeftijd het eiland Norderney, ter genezing van zijn ‘vervuilde luchtwegen’, net zoals zoveel andere jongetjes en meisjes (apart) uit het West-Duitse Rijnland en Ruhrgebied. Wekenlang, aan het einde van de zomer van 1961. Hij herinnert zich een mooie tijd, nauwelijks heimwee, genieten van de zee en de duinen, eindeloos veel zeesterren en -egels (die zo stonken als je ze in de slaapzaal te drogen legde), genoeg vriendjes, aardige ‘juffers’. In die weken bezocht hij dus ook het kleine buureiland Baltrum, een van de typische uitstapjes vanaf Norderney.




Om nostalgische redenen bezochten we samen ook nog een keer Norderney rond Willy’s verjaardag, waarschijnlijk nog in de vorige eeuw. Heel uitzonderlijk: we kunnen nergens meer dagboekaantekeningen of foto’s vinden, dus het blijft ook voor ons -nog- een mistig verhaal.* Het dorp op Amrum, waar we tweemaal uitgebreid en met veel plezier op bezoek waren, heette trouwens Nebel, en dat verhaal is daarentegen helemaal niet mistig: vanuit onze toenmalige woonplaats Hamburg was Amrum redelijk snel via Husum bereikbaar (1981). Daar heeft Marianne een verslagje van geschreven en van 2005 (27 – 30 december) beschikken we over een uitgebreide fotoverzameling en enkele verhelderende notities van Willy.









Vanuit Amrum bezochten wij 25 oktober 1981 de Hallig Hooge. Een fenomeen! Marianne noteerde er het volgende over:
“Gisteren zijn we langs de Waddenzeekust naar Wittdün gelopen, vandaar met de boot 13.15 uur naar Hooge (via Langeness). De wind was koud en hard. De boot schommelde. Op Hooge trokken de wolken samen en bleef het regenen. Een Hallig: het meest ”Friese” polderland, groen, groen, veel sloten, opgevrolijkt door terpdorpen (Warften in het Duits). Drie warften zijn er op Hooge: Hans-, Backens- en Kirchwarft (mooi kerkinterieur). Hanswarft: dorpelijk karakter, dorpsvijver, “Königspesel”: kamer, 17e eeuws ingericht in een boerenhuis, getuigend van de rijkdom van Walvisvaarders.



Naturkundliches Zentrum met slaap- en seminarmogelijkheden, informatie over de Wadden. Ook hier, even als in Wittdün een dienstweigeraar die ‘winkeldienst’ had. De Vereniging Naturschutzgesellschaft Schutzstation Wattenmeer heeft behalve de Geschäftsführer (bedrijsleider) en 2 Sekretären 20-30 Zivis (Zivildienstleistende = dienstweigeraars) in dienst. De aanwezigheid van 10 Naturschutzstationen in dit hele gebied heeft mijn toekomstdromen, hier een natuur/milieu educatie centrum op te bouwen, weer in totale verwarring gebracht. Op deze Hallig was het mooi, ondanks slecht weer, de eenzaamheid is anders dan op een ‘gewoon’ Waddeneiland. De sensationele kantjes – duinen, stranden, bossen enz. ontbreken. Er is één landschap, één typ ‘dorpjes’. Dat zie je al bij aankomst met de veerpont. De consequentie van deze eentonigheid, de beperktheid in de uitgestrektheid is indrukwekkend. De terpen geven, meer dan in Groningen en Friesland de indruk van veiligheid en afscherming tegenover een kwaadaardig milieu. 6-7 keer per jaar is het “Land unter”, dan vormt elke Warft een klein eilandje. Stedelingen kunnen met een zo extreme situatie niets beginnen, zijn dodelijk nerveus als er geen kroeg meer open blijkt te zijn en de volgende boot pas 2 uur later aan zal komen. Wij zijn ook blij dat een café, op aandrang van een groep TU studenten en hun begeleiders, toch open gaat. Terug op Amrum is de laatste bus ook al een paar uur geleden vertrokken. Met 5 andere mensen bestellen we een taxi naar Nebel…”
Duitse eilanden in de Oostzee
- Rügen
Augustus 1994 bezochten we, vijf jaar na de Wende, deze beide Oost-Duitse eilanden. Rügen lijkt met zijn grillige kustvorm meer een archipel van kleinere eilanden dan één duidelijk eiland. Maar het grootste eiland van Duitsland is wel degelijk een geheel van 926 km2 met (kleine) steden, dorpen en de typische eiland ingrediënten zee, strand, heide, glooiend boerenland, maar ook iets unieks voor Duitsland: flinke krijtrotsen (tot 160 m hoog) aan de noordkant van het schiereiland en Nationaalpark Jasmund. Een spectaculair landschap, dat de romantische schilder Caspar David Friedrich al in 1818 inspireerde tot zijn iconische en wereldberoemde schilderij “Kreidefelsen auf Rügen”.










- Hiddensee
Het woord klinkt in onze oren als verborgen en zo beleefden we het zeer langwerpige, kleine eiland met heel afwisselend landschap, weinig inwoners (1200) verdeeld over enkele dorpjes en gehuchten ook. Eerst maar uitgebreid bij de grote buurman/-vrouw kijken en dan bij kennismaking toch ergens wel begrijpen waarom de DDR-functionarissen Hiddensee alleen voor de happy few reserveerden. Geen idee of Hiddensee nog zo idyllisch is, maar eind vorige eeuw waande je je in een andere tijd: eindeloos natuur, stranden, steilkust en onverharde zandwegen onder oude lanen in het hoofddorp Kloster.













De grote eilanden (landen): Engeland, Ierland, IJsland verdienen ieder een eigen scherf! Eilanden bij die eilanden volgen hieronder.
28 juni – 6 juli 2010 verrijkten en omzoomden we een bezoek aan een internationale conferentie over groene schoolpleinen aan de Universiteit van Winchester – met een bijdrage van ons over deze locaties in Nederland/Vlaanderen – met twee korte maar heel krachtige natuurbelevenissen: na het Nationaal Park New Forest bezochten we het Isle of Wight.
We verbleven ruim 4 dagen op Wight, van 2 – 6 juli 2010. Na een korte boottocht vanuit Lymington naar de haven van Wight, Yarmouth struinden we vanuit een prima verzorgde B & B drie complete en twee aangebroken dagen over het fraaie, groene eiland.



Hier vindt u een uitgebreid (beeld-)verhaal over ons bezoek aan Isle of Wight.
Wij bezochten Ierland 3 respectievelijk 4 keer: 1974, 1977, 1995 en 2014 (Marianne reisde 2014 in het kader van een speelnatuurconferentie samen met Sigrun Lobst naar Dublin e.o.). Lees hier meer over deze reizen, maar vooral ook over de vier eilanden die we bezochten.
- Valentia Island: gelegen in het uiterste zuidwesten van County Kerry in Ierland, sterker nog, het meest westelijke, bewoonde stukje Europa, was ons eerste Ierse eiland dat we op 24 juli 1974 bezochten.



Marianne schrijft in haar Ierse dagboek (1974) over onze toevallige(?) ontmoetingen : “De eerste keer (na onze eerste ontmoeting in Cork) was al twee dagen later, op 24 juli dus. Wij waren via Glengariff naar Valentia Island gelift. Nou ja, we hebben ook hele stukken gelopen, want er was niet veel verkeer onderweg. En de auto’s die voorbij kwamen zaten vol kinderrijke families die hier kennelijk vakantie vierden en duidelijk geen plek hadden voor twee meisjes met grote rugzakken. Op Valentia Island was de jeugdherberg gevestigd in een serie voormalige vissershuisjes. Nadat we iets gegeten hadden kwam Willy de common room binnen gestapt. Hey, so nice to see you again! We brachten samen twee heerlijke dagen door op dit mooie eilandje en genoten van de natuur (indrukwekkende kliffen!), van de country market, de muziek in de pubs en het internationale gezelschap (o.a. een groepje Spanjaarden die notabene goede Ierse folkmuziek speelden).”
- Arranmore: Tijdens onze tweede Ierlandreis – juli/augustus 1977 – bezochten we onder meer dit eiland in het noordwesten van Ierland.



Uit ons gezamenlijke dagboek van die reis: “Vanaf het haventje in Burtonport vertrokken we een dag later naar het eiland Arranmore. Daar kwam je met een nogal gammel ogend motorbootje, dat zijn onnavolgbare weg zocht tussen vrijwel onbewoonde eilandjes door. De ruïnes maakten duidelijk dat het hier wel betere tijden had gekend. We konden gelukkig terecht in een van de 3 B&B’s en beleefden op Arranmore een paar heerlijke dagen met wandelingen tot in alle uithoeken van het rotsige eiland en gezellige avonden met muziek en gedichten in de plaatselijke pub.”
- Een (voor ons) naamloos eiland: Op 26 juli 1977 bezochten we, fietsend tussen Cleggan en Clifden een voor ons naamloos gebleven eiland.




Wij hadden net de heerlijke kleine country market in Cleggan bezocht en “voelden ons nu nog beter dan toen we wegreden uit Clifden en we besloten ook de rest van dit schiereiland te leren kennen. Door de mooie eenzaamheid, alleen onderbroken door een groepje cottages en zo nu en dan twee loslopende ezels, fietsten we, met steeds wisselend uitzicht op de Atlantic tot … (en dan weten we het niet). Het water tussen het vasteland en het eiland was gedeeltelijk zo ondiep, dat het bij eb gemakkelijk mogelijk was naar de overkant, naar het eiland, te fietsen. Het eiland was wel schaars bewoond, maar winkels of een cafeetje bleken er niet te zijn. We hadden honger dus we fietsten terug naar het vasteland waar we al een restaurantje gezien hadden.”
- Inishmore (Aran Islands) is het grootste en meest spectaculaire van de drie bewoonde Aran Islands, liggend in de monding van de Baai van Galway.




Met de veerpont voeren we vanuit Galway in 1,5 uur naar Inishmore, het laatste van de Aran Islands. Wij verbleven er enkele dagen. Alleen al het fort Dún Aonghasa uit de IJzertijd is het bezoek van dit eiland meer dan waard. Zie ook het fotoverslag van ons bezoek aan Inishmore begin augustus 1995.
- Videy island is een tegenwoordig onbewoond eilandje, 800 m uit de kust van de hoofdstad Reykjavik. Het eiland heeft wel een lange geschiedenis en veel betekenis voor de ontwikkeling van de regio. En ook tegenwoordig is er nog wel leven: er staat een mooi gerestaureerd kerkje, een bezoekerscentrum, Viðeyarstofa, een exclusieve horecagelegenheid, out door kunst van Richard Serra (1990 plaatste hij het kunstwerk ‘Áfanger’) en plaatsten Sean Lennon en Yoko Ono de ‘Imagine Peace Tower’ (Friðarsúlan) op het eiland. Het is een rond monument opgebouwd uit ryoliet en grijs basalt.









Scandinavische en Baltische eilanden
- Ærø en Langeland
Tijdens onze eerste lange fietstocht samen, van Hamburg, via Denemarken naar Zuid-Zweden, van 19 juli t/m 8 augustus 1981, bezochten we, op de reisdagen 6 t/m 9, de beide prettige Deense eilanden Ærø en Langeland. De Deense hoofdeilanden Funen en Sjaelland, die we ook bezochten, beschouwen we tegenwoordig, net als b.v. de Zeeuwse eilanden Walcheren, Schouwen-Duiveland, Noord- en Zuid Beveland niet meer als echte eilanden. Teveel brugverbindingen met het vasteland.







Finland
- Nagu (Zweeds), Nauvu (Fins)
Fragment uit het item Finland en Estland:
…De volgende dag (8 september 2009) gingen we naar het eiland Nauvu (Fins) / Nagu (Zweeds). Het was Terhi gelukt iets aardigs voor ons te vinden. Eigenlijk waren ze al dicht (eind van het seizoen), maar er werd voor ons een uitzondering gemaakt. Voor we er met de bus naar toe gingen bezochten we in Turku nog een klein openluchtmuseum met oude houten huizen en oude ambachten, met daarbij ook nog een café.



De bustocht naar het eiland Nauvu was enerverend (de bus reed heel hard, 1,5 uur lang), gelukkig een keer onderbroken door een tochtje met een veerboot. De meeste eilanden van deze kust (ongelooflijk veel) zijn overigens met bruggen met elkaar verbonden. Aangekomen in Nauvu dorp bleek het hotelletje inderdaad leeg, alle keus dus voor ons. Ook in dit dorp veel houten gebouwen en natuur tot midden in het dorp. Heel rustig zo, aan (of liever gezegd na) het eind van de vakantietijd.
Prachtige natuurwandeling naar een labyrinth
Op 9 september maakten we ’s ochtends op het eiland Nauvu een prachtige wandeling. We stonden regelmatig stil om de oneindige, gedeeltelijk over rotsen gedrapeerde tapijten van korstmossen en mossen te bewonderen. En de voor ons zeer indrukwekkende hoeveelheden soorten paddenstoelen die dit tapijt nog opvrolijkten. We maakten er meer dan 100 foto’s. Moeilijk om uit te kiezen! De wandeling eindigde bij een groot labyrinth, aangegeven met steentjes op de rotsen (zie foto): Jungfrudansen. We konden het niet nalaten dit labyrinth dansend te lopen!












’s Middags hadden we het geluk dat de 14e-eeuwse stenen kerk in het dorp net schoongemaakt werd en wij er dus naar binnen konden. (…)




- Suomenlinna (eilandengroep bij Helsinki)
Fragment uit het item Finland en Estland:
… De middag (2 september 2009) brachten we door op de eilandenarchipel Suomenlinna, Zweeds: Sveaborg. De eilanden vormen gezamenlijk een fort en staan op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Tegenwoordig krijgen hier vooral natuur en cultuur met succes nieuwe kansen.







Na een leuk boottochtje van 20 minuten namen we uitgebreid de tijd Suomenlinna van alle kanten te bekijken. Heerlijke dag voor dit uitstapje!
Estland
Naar het eiland Naissaar
Op zondagmiddag 30 augustus 2009 (12 uur) vertrok er een boot, de ‘Monica’, vanuit de hoofdstad Talinn naar het ca. 8,5 km uit de kust gelegen, vrijwel onbewoonde, eiland Naissaar (vertaald: Vrouweneiland). Naissaar was lange tijd militair gebied en niet toegankelijk. Sinds 1995 is het een natuurreservaat. Na een uur varen, met terugkijkend mooie stadsgezichten op Talinn, kwamen we aan op Naissaar.
Het schip legde aan in een mooie kleine haven (Sadam in het Ests) met o.a. een goede plattegrond van het Natuurpark Naissaar. We liepen een kilometer of 3 prachtig langs de kust. We deden daar 2 uur over, zoveel moois was er te zien: korstmossen, mossen, grote stenen (dezelfde soorten die we hier op Texel in het klein op het strand zien), zouttolerante planten, vogels, uitzichten… We kwamen onverwachts uit bij een soort boerderij (gedeeltelijk nog ruïneus), waar echte pioniers begonnen waren iets te verhuren (dit waren de enige drie vaste bewoners van het eiland op dat moment). Hier hebben we thee gedronken. Door een groot bos van vooral sparren en berken, met als ondergroei heel veel bosbessen, liepen we weer in de richting van de haven terug. Tussendoor naargeestige resten van Russische bedrijvigheid: mijnbouw, verlaten smalspoorlijntjes e.d. Overwoekerd nu, maar nog wel herkenbaar. Op het laatste stuk weer duinen met enorme plakkaten korstmossen en mossen.







We waren er zo door gefascineerd dat we bijna de boot hadden gemist (het laatste stukje moesten we rennen). Het was trouwens wel echt een probleem geworden als we de boot niet hadden gehaald: de drie vaste bewoners zaten ook op de boot naar Talinn en er zou pas een week later weer een boot naar het eiland vertrekken. We zouden daar dus geen kans hebben gehad ergens normaal te verblijven! De proviand die we bij ons hadden was natuurlijk alleen voor die ene middag en al op… en natuurlijk nog geen smartphones… Dus heel veel geluk gehad!
Eilanden in de Middellandse Zee
Spanje
Van 3 tot 17 september 1986
Ter gelegenheid van hun 35-jarig huwelijk nodigden Marianne’s ouders hun kinderen en partners uit om samen vakantie te vieren op Mallorca. Zij waren zelf tijdens eerdere vakanties zo enthousiast geraakt over de landschappelijke schoonheid van Noordwest Mallorca dat ze dit graag aan ons wilden laten zien. We verbleven in een hotel in Port de Sóller en bezochten vandaaruit o.a. het fraaie stadje Soller, de indrukwekkende noordkust van Mallorca en de Jardins d’Alfabia.





(Intro uit het steenbeek-item Mallorca, lees hier desgewenst meer)
Fragment uit het steenbeek-item: “Spanje – een eerste verkennende rondreis“:
(…) 27 februari 1980: Je hebt zo van die dagen… gewoon een doordeweekse woensdag, maar niets lukte: er ging nog geen trein van Barcelona naar Montserrat (pas v.a. 22 maart), het beroemde, op een bijzondere bergrots gelegen klooster. (Wij bezochten het klooster in 2003 incl. enge tocht met de kabelbaan). Dan maar met de bus richting ‘stadsberg’ Tibidabo (512 m); hier te lang naar een tandradbaan gezocht en het werd ook nog echt warm! Toen we die eindelijk vonden bleek daar vooral een gek Lunapark te lonken. Geen trek in. Dan maar als derde keuze: het oude, zeker zeer fraaie klooster van Pedralbes. Niet te geloven: ook gesloten. Tot we het roer echt omgooiden en spontaan tegen 18 uur twee kaartjes voor een bootreis naar Ibiza kochten, met de nachtboot. Dus we pakten, opeens vrolijk en opgewonden onze rugzakken en aten en dronken vooral nog eens goed!
28 februari:
We arriveerden al vroeg in de ochtend op Ibiza. Bij ons rondje zoeken naar een geschikt hostel kwamen we al gauw weer bij het eerste (te duur dachten we toen nog) terecht. Completo kregen we vaak te horen, maar zoveel toeristen liepen er niet rond, dus het was wel eerder: even geen trek in toeristen… Wij liepen al gauw een rondje ‘Ibiza-stad’ en genoten van de zon, de frisse wind en de mooie impressies. Volgende meevaller: in ons hostel kon je ook goed eten. Na een lichte maaltijd van gemengde salade, sardientjes, brood en flan (crème caramel zeggen de Fransen) breidden we het rondje nog wat uit en bezochten een archeologisch museum. Dit rondje braken we gauw af omdat Marianne op haar neus viel… even uitrusten, opknappen. Pas ’s avonds nog langs de haven gelopen en na een bocadillo (belegd broodje op z’n Spaans) nog een tequila tegen de pijn gedronken.






Fragment uit het steenbeek-item: “Spanje – een eerste verkennende rondreis“:
1 maart: Willy wilde heel graag zijn verjaardag op het kleine buureiland Formentera, het kleinste eiland van de Balearen, vieren. Kleiner en minder spectaculair dan Ibiza, maar om die reden, en ook het feit dat dit eiland alleen per boot bereikbaar is, rustiger en authentieker. Na een schitterende bootreis – Formentera ligt maar 7 km ten zuiden van Ibiza stad – besloten we de hele dag in alle rust wandelend (een deel van) het eiland te verkennen. Van de boot liepen we langs zoutpannen, schitterende velden vol heerlijke mediterrane planten en struiken in vroege lentebloei richting San Francisco de Formentera, het hoofddorpje van het eiland, waar we in een gezellig, mooi restaurant lekker en duur hebben gegeten. Vandaar wandelden we langs de weg maar ook door het veld naar La Sabina, en weer door salinas en langs het strand rustig en met mooie pauzes terug naar de boot. Een heerlijke wandeling en dat gold ook voor de terugreis naar Ibiza.




Weer op Ibiza zijn we, na een rustpauze, mooi door oud-Ibiza – de vesting vooral -gewandeld en proefden we ’s avonds laat in dezelfde omgeving, in een door Duitsers gerunde kroeg, een Hierbas (Ibicensas). Deze kruidenlikeur deed ons, in onze ‘Groningse fase’, in de verte denken aan Berenburger…



Italië
- Venetië en de eilandengroep bij Venetië: Murano, Burano, Torcello, Lido, San Michele (begraafeiland), Sante Erasmo, San Lazarro degli Armeni, Isola di San Servolo (internationale universiteit). Lees hier meer over onze reis naar de Lagune van Venetië met bovengenoemde eilanden.
- Sicilië, met de eilanden: Lipari, Stromboli en Panarea
- Isola Maggiore (in het Lago di Trasimeno)
Fragment uit het steenbeek-item “Groningen“:
(…) In februari van 1983 reisden we op onze tweede reis naar de Balkan – lees hier meer over de eerste – met het vliegtuig naar Dubrovnik voor een cursus North American Indians in transistion. Deze cursus werd gegeven op het Inter University Centre (een gemeenschappelijk project van een groot aantal universiteiten waaronder de universiteit van Hamburg). Docent was Calvin Dupree, een Lakota-Indiaan en professor pedagogiek op de Universiteit van Lethbridge (Canada). Hij werd daarbij ondersteund door zijn echtgenote Patty. Deze cursus sloot heel goed aan bij Marianne’s activiteiten in het kader van de NANAI-werkgroep. We verlengden ons verblijf in – toen nog – Joegoslavië met een bezoek aan het eiland Korcula.
Fragment uit het steenbeek-item De Balkan:
(…) En hier houden dan ook, halverwege, de notities van Marianne op. Ergens lazen wij dat Willy de tweede helft voor zijn rekening had genomen. Tot op heden, zomer 2024, hebben we deze niet kunnen vinden… Dankzij het fotoalbum weten we wel dat we per boot de lange reis van Dubrovnik naar het prachtige eiland Hvar ondernamen, daar enkele dagen verbleven en veel in de natuur en langs (soms verlaten) fraaie dorpjes wandelden.









- Lokrum, een onbewoond eiland voor de kust van Dubrovnik:
Fragment uit het steenbeek-item “Groningen“:
(…) In februari van 1983 reisden we op onze tweede reis naar de Balkan – lees hier meer over de eerste – met het vliegtuig naar Dubrovnik voor een cursus North American Indians in transistion. Deze cursus werd gegeven op het Inter University Centre (een gemeenschappelijk project van een groot aantal universiteiten waaronder de universiteit van Hamburg). Docent was Calvin Dupree, een Lakota-Indiaan en professor pedagogiek op de Universiteit van Lethbridge (Canada). Hij werd daarbij ondersteund door zijn echtgenote Patty. Deze cursus sloot heel goed aan bij Marianne’s activiteiten in het kader van de NANAI-werkgroep. (…)





Het dagdeel dat Calvin op Lokrum organiseerde is ons altijd bijzonder bijgebleven: hij wilde ons zo intensief mogelijk – ieder apart op een geïsoleerde plek – laten beleven hoe je jezelf en de natuur om je heen beleefd zonder onze alledaagse media. En dat waren er destijds beduidend minder dan tegenwoordig, ruim 40 jaar later.
Griekenland
- Korfu
- Egina
- Hydra
- Kreta
- Kastellorizo (Turks: Meis)
Turkije
- Bozcaada
- Prinseneilanden
In totaal bezochten we ca. 50 eilanden en eilandengroepen.
Eilandhoppen
Bijzonder leuk is het als je van het ene naar het andere eiland kunt ‘hoppen’. Een verbinding kunt leggen tussen de vaak heel verschillende sferen. Hoewel we zelf ook in een eilandengroep, de Waddeneilanden, wonen, is dat hoppen bij ons niet zo eenvoudig. Maar extra leuk dus waar dat wel gemakkelijk kan: van Texel naar Vlieland ’s zomers met de Vriendschap, en van Vlieland naar Terschelling met de reguliere veerboot. In andere landen is dat hoppen vaak beter geregeld. Zoals bijvoorbeeld bij de Prinseneilanden in de Zee van Marmara bij Istanbul, de Suomenlinna eilanden bij Helsinki, de Eolische eilanden bij Sicilië en alle eilanden in de lagune van Venetië.
Eilanden in de literatuur
Tijdens de laatste dagen van 2012 bezochten we in het eilandmuseum van Büyükada, het grootste van de Prinseneilanden bij Istanbul (in het Turks simpel Adalar = Eilanden genoemd) een speciale tentoonstelling: Adalar, yazarlar, Sairler…mitostan edebiyata oftewel: “Islands, writers, poets… from myths to literature”. Wat een bijzonder thema! Ook qua uitvoering, waar we helaas geen foto’s van hebben gemaakt. In de fraaie catalogus (Turks en Engels), die we later cadeau kregen van de burgemeester van de Prinseneilanden, staat o.a. de hieronder genoemde literatuur vermeld.




- Ithaca (gedicht van Konstantinos P. Kaváfis, vertaald door C. Buddingh, andere vertaling Hans Warren en Mario Molengraaf).
- Hayy ibn Yagzan, Ibn Tufayl
- Lord of the flies, William Golding
- Robinson Crusoë, Daniel Defoe
- Utopia (Sir Thomas More, Engelstalige pdf)
Onbewoonde eilanden
Onbewoonde eilanden spreken – niet alleen gezien de bovenstaande literatuur – bijzonder tot de verbeelding. Een ideaal tabula rasa voor auteurs zoals Daniel Defoe en een van zijn vroege voorgangers Ibn Tufayl (of Sina) met hun helden Robinson Crusoë en Hayy bin Yagzan. Spannender is het zeker nog iets van het gevoel van ‘eenzaam op een onbewoond eiland’ aan je eigen lijf te ervaren…
Rottumeroog



Een fascinerend onbewoond eiland dat bij velen tot de verbeelding spreekt is het Nederlandse onbewoonde eiland Rottumeroog. Met strandvoogd Jan Toxopeus verliet 1965 de laatste vaste inwoner het eiland. Zijn dochter Wiepke, opgegroeid op het eiland, verhuisde uiteindelijk naar Texel, maar ”bleef van Rottum” en vertelde daar ook graag meer mensen over.
1971 verbleven de beide schrijvers Jan Wolkers en Godfried Bomans, ieder een week, eenzaam op Rottumerplaat. Lees en beluister hier meer over hoe zij – maar een weekje in alle eenzaamheid – het eiland toch wel heel verschillend beleefden.
Lokrum



Februari 1983 reisden we op onze tweede reis naar de Balkan naar Dubrovnik voor een cursus North American Indians in transistion. Deze cursus werd gegeven op het Inter University Centre (een gemeenschappelijk project van een groot aantal universiteiten waaronder de universiteit van Hamburg). Docent was Calvin Dupree, een Lakota-Indiaan en professor pedagogiek op de Universiteit van Lethbridge (Canada). Éen cursusdeel organiseerde Calvin bewust op een onbewoond eiland: stedelingen uit Europa zouden zich er meer bewust van worden hoe het leven op zo’n stukje aarde is. Een halve dag alleen het onbewoonde eiland Lokrum op je laten inwerken bleek al een onvergetelijke herinnering!
De Schelp
In het kader van Stichting Oase/netwerk Springzaad organiseerde Marianne met Hanneke van Vuure en Jeanette van der Meulen in de eerste helft van het jaar 2010 een boeiende cursus “Vrij spel” op zes cursusdagen. Dag 5 vond plaats op een onbewoond eiland, de Schelp in het Gooimeer. Afgezien van miljarden muggen -ze staken gelukkig niet!- was het voor de deelnemers en zeer inspirerende en leerrijke dag.




