Kerst & Nieuwjaar 2014-2015
In 2014 – 2015 wilden we graag de Kerst- en Nieuwjaarsperiode in zuidelijker streken doorbrengen. We kozen voor Andalusië. De makkelijkste en goedkoopste manier om daar te komen bleek vliegen via Tanger te zijn. Die gelegenheid wilden we niet voorbij laten gaan. We boekten voor de kerstdagen in die stad een hotel, om daarvandaan enkele dagen later met de boot naar Spanje te gaan. Het was bijzonder om weer even terug te zijn in Marokko.









We verbleven die dagen in het heel gunstig dicht bij de haven en de oude stad gelegen hotel Continental (foto’s 1 en 2), waar nog goed te ervaren was dat dit vroeger een hotel voor de happy few was geweest. Nu ook voor ons betaalbaar. We ontdekten in de kasbah een heel klein, maar bijzonder leuk theehuis, waar de hele dag Arabisch-Andalusische muziek werd gemaakt en iedereen welkom is, muzikant of niet, uit Marokko of de rest van de wereld. Hier kochten we een cd die we nog steeds regelmatig beluisteren en ons dan keer op keer herinneren hoe prettig de sfeer daar was (foto´s 4 – 6). Dit filmpje, opgenomen in het wonderbaarlijke theehuis van Les fils du Detroit in Tanger, geeft een goede indruk van hun doorlopende jamsessies.





Het werden intensieve, onvergetelijke dagen, kerstavond en eerste kerstdag 2014 in Tanger. Hier nog enkele impressies: het fraaie ‘Palmen plein’, Grand Socco, spannende winkelstraten, de bazaar (te druk voor foto’s), het Kasbahmuseum en al bij het ontbijt mooie uitzichten langs de kustlijn van Tanger bij milde lentetemperaturen… Een volgende keer spreken we wel Arabisch of nemen we een Arabisch sprekende vriend mee. Voelt minder lomp en kwetsbaar.
Op weg naar Andalusië
Op Tweede kerstdag, 26 december, vertrokken we met de smalle vleugelbootferry van 10.45 uur (Afrikaanse tijd) vanuit de oude haven in Tanger naar Tarifa. 45 minuten later vierden we al ons weerzien met het meest zuidelijke stadje van Andalusië. Geen problemen met de Douane en het al vooruit geboekte pension Correo (inderdaad tegenover het postkantoor) vonden we ook snel. Het mooie zonnige witte stadje lokte, we gingen de deur snel weer uit en genoten van een wandeling door de straten en steegjes tot we als vanzelf bij het prachtige strand en de Atlantische Oceaan belandden. De bergrijke kust van Marokko bleek nog op goede zichtafstand. Wij bereikten een leuk strandpaviljoen, bestelden bier en tapas, luisterden naar aangename muziek en lieten ons opwarmen door de heerlijke zon – > 20 °C! Tweede Kerstdag, alles groen en bloeirijk in de plantsoenen, en in het landschap langs de rotsige kust. We wandelden langs bloeiende cactussen, wilde narcissen, aristolochia’s, velden vol aloë’s… tot aan het punt (een schiereiland) waar de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee elkaar raken en vermengen.










18.15 uur, de zon ging onder, en dan werd het gauw echt koud. En vervolgens waren er, zoals zo vaak in zuidelijke landen, geen kachels, deuren die open blijven staan etc. In het restaurant waar we gingen eten zullen ze ook wel gedacht hebben: ‘Die gekke toeristen uit het Noorden. Altijd maar die deur dichtdoen…’
27 december: Rijk ontbijt op het hoofdplein, dan tegen 10 uur weer die heerlijke bustocht door prachtig afwisselend groen landschap met vergezichten over de Straat van Gibraltar tot Algeciras waar we tegen 11 uur aankwamen. Een half uur later dan een nog fraaiere treintocht tot Ronda, eerst door liefelijk groen bergland maar dan, met de nodige ohhhs en ahhhhs, door het fantastische berggebied met diepe ravijnen en azuurblauw rivierwater tussen vooral Gaucin en Cortes de la Frontera. Al om 13.45 uur arriveerden we in Ronda, weerzien na 28 jaren…






Ons pension Arunda II vonden we snel, uitpakken, even opfrissen en dan toegeven aan een hevig verlangen om de stad en haar unieke ligging weer in ons op te nemen. Heerlijk gewandeld door de mooie straten richting het oude centrum van Ronda langs al die fantastische panorama’s. Steeds maar weer ontdek je in Ronda mirador’s, ingericht als zodanig, of gewoon perfecte doorkijkjes op dat moment.






28 december, de laatste zondag in 2014. Na een laat ontbijt gingen we tegen 9 uur de zonnige koude in en promeneerden kilometers langs het balkon van Ronda met zijn schitterende uitzichten over het omringende land, de verre gebergtes en de vaak adembenemende kloof El Tajo waarin 100 m dieper de Rio Guadalevín wild stroomt. De Ponte Nuevo (98 m hoog) is hierbij een iconisch uitzichtpunt waar iedereen graag langer heen en weer wandelt. Via de Arco de Felipe V, over de Puente Arabe (de oude Arabische brug) met het uitzicht op de Jardines de Cuenca vanuit de ‘hangende tuinen’ van de Palacio del Rey Moro (het paleis van de Moorse koningen): je blijft je verbazen over de schoonheid van de stad en haar fantastische ligging. Tweemaal gunden we ons uitzichtpauzes met koffie en iets lekkers. Vooral de terrassen van het Restaurant Don Miguel waren daarvoor ongelofelijk geschikt. Bij het prachtige uitzichtpunt Mirador de Ronda speelde in de droomachtig mooi gelegen muziek nis een Oostenrijker, Christian Kammerl, zeer welluidend klassieke Spaanse gitaarmuziek. We kochten spontaan een CD!











Tussen 14 – 16 uur gunden we ons dan een echte siësta (hoe heerlijk ook, na enkele uren wandelen waren we door en door koud). Marianne werd zelfs een beetje koortsig en we besloten na een wandeling naar het station te gaan om kaartjes voor onze volgende etappe, naar Granada, te kopen, daarna ’thuis’ te blijven en alleen nog te lezen, een warme maaltijd te nuttigen en uit te rusten.
29 december: Marianne bleef ook de hele ochtend nog in het hotel om echt zo gezond mogelijk weer op reis te gaan. Willy had na het ontbijt nog zin in een mooie wandeling via een klein pad naar beneden in het dal met prachtige uitzichten op de Puente Nuevo. Hij wandelde nog langs de arena, de Mirador de Ronda en langs de muren voor hij het pad naar beneden vond. Onder de gigantische brug werd hij nog verrast door een flinke waterval die we van boven nog niet hadden gezien. Op de weg terug was er nog ruim tijd om voor water, een nieuwe kaart (verloren) en geld te zorgen. We vertrokken al rond het middaguur naar het station voor een lunch in de stationsrestauratie. Ruimschoots de tijd: onze trein zou pas, met lichte vertraging, tegen 13.50 vertrekken.





Er volgde een twee en een half uur durende, mooie, rustgevende en zonnige treinreis door Andalusië. Door schaars bewoonde, zacht glooiende landbouwstreken met veel graanvelden, olijf- en sinaasappelboomgaarden, wijnbouw en regelmatig ook vee buiten; vruchtbare, rode aarde en maar om de 20-25 km een wit dorp of stadje. En in de verte ruige, onherbergzame bergketens.


In Granada lukte het ons snel ons pension in de Cuesta de Gomerez te vinden: Landazuri bleek een mooi gebouw met spannende ruimtes (hoogteverschil in de ruimtes, oud, mooie meubels, schilderijen en affiches) en ook de directe omgeving beviel ons gelijk. Het lag maar op 100 m afstand van de eerste poort naar de Alhambra!




Rondom een mooie wijk, Albaicín, ooit (en weer een beetje) Moors. Op de kamer onder het genot van een glas Spaanse rode wijn alvast wat gedroomd over de morgen en overmorgen te bezoeken heerlijkheden (mooi boek meegenomen). Tussen 20.30 – 22 uur toch nog ‘even’ naar buiten. Aan het eind van de straat al een leuke plek, La Gran Taberna, tapas en dranken, héél gemêleerd publiek, barkrukken met tafels op de begane grond, gewone tafels en stoelen op de entresol. Precies goed voor de afronding van een mooie ‘reisdag’!
30 december: Begon een beetje stroef met een “onzekere hork” (citaat dagboek) in de ontbijtruimte; het bleef buiten nog tot 10 uur doodstil (maar dan begon het ook snel vol te stromen!), het begon steenkoud (-1 C., wel met een stralende winterse zon) en bij de VVV zat een onaardige dame, die niets voor ons kon betekenen. Zij raadde ons wel een boekwinkel/kiosk aan die misschien nog kaartjes voor de Alhambra morgen en overmorgen zouden kunnen verkopen. Balen, even een extra trui aan, nog een koffie, na enig zoeken de boekwinkel/annex kiosk gevonden – en daar werkte nou toevallig een heel aardige mevrouw, die ons alles kon uitleggen. En het begon ook letterlijk snel warmer te worden! Alhambra bezoeken dus geen optie, dat deed even pijn. Dan maar door de mooiste uitgangswijk, Albaicín, slenteren, een grote, levendige wijk met relatief veel kleine witte huizen en veel trappen, straatjes, stegen, pleintjes en terrassen. Zo werd het nog een heel leuke voormiddag en uiteindelijk ook namiddag tot 16.30 uur.






Ontzettend veel gezien, in de zon een terrasje met Alhambra-uitzicht uitgeprobeerd, en uiteindelijk via de wijk Albacín de hellingen van de spannende heuvelwijk met voormalige grotten, Sacromonte, beklommen. De wereld van kunstenaars, muzikanten, velen Sinti en Roma, overal leeft hier nog flamencodans en gitaarmuziek. We bezochten ook nog een kleine museumgrotwoning en relativeerden daarna nog duidelijker het romantische idee. Het werd steeds warmer, onze gezichten werden rood van de zon!







Vandaar afgedaald in een totaal andere sfeer: het echte centrum met een gigantische kathedraal, banken- en winkelstraten. Ook imposant, groots, maar ook wel protserig. Wel het Palacio de la Madraza bezocht, en zwaar onder de indruk van de prachtig gerestaureerde ruimtes uit Moorse tijden: ooit Koranschool, daarna zalen voor de ‘edelen en ridders’, tegenwoordig een congrescentrum van de universiteit van Granada. Het blijft ongelofelijk mooi om te zien (foto’s hieronder).



Na het bezoek begon het te schemeren: de een na laatste lichte dag van 2014 ging ten einde.
Oudejaarsdag, 31 december: Na een stevig ontbijt – de hork gedroeg zich al meer als een knorrepot – voelde Marianne zich tussen 11 en 13.30 uur sterk en safe genoeg om de Alhambra heuvel omhoog te klimmen. Een mooi parkbos met klaterende waterval langs mooie halfverharding van keien in mooie patronen. De Puerta de la Justitia bleek tot onze grote verbazingvrij toegankelijk en zo ook alle buitenruimte, kerkruimtes, de Hamam en de benedenverdieping van het grote paleis van Karel V met gratis temporaire exposities. Heerlijk als zoiets zich onverwachts voor je opent!








Wij waren al heel content met de prachtige vergezichten over de grote oude stad, het omringende landschap en de met sneeuw bedekte Sierra Nevada in de verte. Gezien het feit dat Marianne zich vrij zwak voelde waren dit meer dan genoeg indrukken voor de laatste dag van het jaar. De Generalife, de Patio de los Leones en de tweede verdieping van het Paleis (grote collectie Schone Kunsten)




bleven dicht voor ons. Wie weet, komt er nog eens een gelegenheid. Even thuis uitrusten, laatste keer baden in het oude jaar en dan weer ruim twee uur naar buiten: eerst gauw op het station kijken naar de vertrektijden naar ons volgend etappe-doel: Cordoba (pas om 12.30 uur) en kaartjes kopen.


Tussendoor nog een waanzinnige barokke kerk, Basilica de San Juan Dios bezocht. Even bijkomen… Voor een derde keer naar buiten tussen 19.30 – 20.45 uur: eten bij een leuk Marokkaans restaurant op de Plaza Nueve. Tegen het einde werd de maaltijd zelfs nog begeleid door levende muziek! Thuis dan nog reflectie op het afgelopen jaar voor we vlak voor middernacht een plein bezochten waar ‘iedereen’ naar toe liep: prachtig vuurwerk, veel champagne, blijheid, uitgelatenheid en daarna nog tot diep in de nacht harde muziek (die beluisterden we 500 m verderop in bed).
1 januari 2015: We vertrokken pas na de middag richting Cordoba, ons volgende doel. Weer een mooie treinreis met een overstap in nowhereland, Antequera Santa Ana, midden tussen de eindeloze olijfboomgaarden. Exact op tijd in Cordoba, waar we zo snel mogelijk via de lelijke stationsomgeving, langs langzaam maar zeker aantrekkelijker wordende architectuur, richting de fraaie Joodse wijk wandelden. Dicht bij de wonderlijke Mezquita kathedraal hadden we een kamer in een mooi hostel gereserveerd. Een typisch wit, oud Andalusisch gebouw met een ruime patio, een wirwar aan gangen, trappen, een dakterras etc. En ook binnen behoorlijk authentiek. De jonge vrouw bij de receptie – ook een soort lounge plek – sprak goed Engels zodat alles vlot en ontspannen liep.




Even nog wat uitrusten voor we begonnen aan een eerste, anderhalf uur durende verkenning/herkenning van de ruime omgeving. Het beviel ons weer bijzonder goed: dwalen door de heerlijke wijk tot aan de fraaie, zuidelijke rivier Guadalquivir. Daar wandelend over de lange brug naar de overkant met een markante Moorse poort. Een heel sfeervol begin!









Voor de warme avondmaaltijd nog met veel dekens om ons heen uitgerust (de kamertemperatuur was intussen van 10 °C al tot 14°C opgewarmd. Gelukkig waren we hier al enigszins aan gewend. In een restaurant vlakbij kon je de hoeveelheid eten in drie maten aangeven: tapas-medio-raciones. We hebben er lekker gegeten en ter ere van de dag een mooie Cordoba-wijn besteld. Volmaakt tevreden terug naar hostel Seneca.
2 januari: Na een typisch simpel Spaans ontbijt – thee/koffie, sinaasappelsap, croissants, boter en jam – tot rond het middaguur op bezoek naar het nabije wereldwonder van gemengde architectuur: de Mezquita-kathedraal van Cordoba. Wij waren weer zwaar onder de indruk van de immense ruimtes, de unieke combinatie van twee geweldige gebedshuizen in een gigantisch complex, de sinaasappel-palmen voorhof. Veel van wat we zagen is gewoon onbeschrijfelijk mooi, al overschrijdt de christelijke kathedraal met al haar pracht en pronk – naast de kleuren en vormen van de veel ingetogenere vml. moskee – soms de grenzen van het pijnlijke.









In een nabij bezoekerscentrum bewonderden we nog op maquetteschaal de omvang van het Moorse, historische Cordoba. In de 10e eeuw (!) bleek Cordoba al een even grote stad als nu, een échte wereldstad vol cultuur, kunst en wetenschap. Voor ons was het in de huidige tijd nog hoopgevend om zoveel tekenen van respect en tolerantie in de openbare ruimte te zien. Al beseften we ook hier de grenzen van de ‘vreedzame samenleving’. Na een koffiepauze – even bijkomen en -praten – daalden we af naar de Guadalquivir die hier vlakbij – honderd meter – het grootsteedse lawaai ruig en natuurlijk langsstroomt.






Vandaar was het een korte wandeling naar de tweede grote attractie van de stad: de Alcazar de los Reyes Cristianos, een immens, burchtachtig paleizencomplex met o.a. ook opgravingen – prachtige mozaïeken – uit de Romeinse tijd in een van de grote binnenhoven van de Alcazar. Heel verrassend was vervolgens de ontdekking van een prachtig park van enkele keren de omvang van de immense gebouwen. Schitterend om te zien, héél geometrisch, mediterraan beplant met veel water in de vorm van kanalen, bassins, goten en fonteinen. Uiteraard vraagt dit om een uitstekend beheer!








Tegen 14 uur hebben we dan onze (her-)ontdekkingstocht onderbroken met een lekkere rijstmaaltijd (Mariscos, schotel met schaaldieren) in een binnenhof van de Joodse wijk en een aansluitende actieve siësta – baden en daarna in de volle lentezon dagboek schrijven op het dakterras van hostel Seneca met zicht op de toren van de Mezquita. Heerlijk!



Tussen 15.30 – 1730 uur zijn weer in alle rust door de meer Spaans-Andalusische wijk ten oosten van de Mezquita geslenterd en bekeken onderweg een klein museum – een mooi ingericht burgerlijk woonhuis met patio. Nog een koffie op een bekend terrasrijk plein gedronken om dan, net als honderden inwoners van Cordoba richting de rivier Guadalquivir te promeneren. Genietend van het heerlijke vooravondlicht! Uiteindelijk gebruikten we het voorhofparkje van de Mezquita als afkorting op onze weg terug naar het hostel.



3 januari: Na een laatste ontbijt in de patio van ‘Seneca’ nog tijd genoeg voor een wandeling van ruim twee uur door de Sefardische wijk rondom ons heen: spannend, al die kleine doorgangen, poortjes, pleintjes – je bent gauw de oriëntatie kwijt, maar verdwalen, zoals we dat tijdens onze eerste reis in 1986 nog deden, gebeurde nu dankzij Google maps niet meer. Er was zelfs nog tijd om even over de Guadalquivir te lopen en voor een café con leche-pauze op een fijn terras in het zonnetje te gaan zitten, zo tegen 11 uur.









En toen was het tijd om afscheid te nemen en per bus en trein op reis te gaan naar Sevilla, de laatste etappe op deze Andalusiëreis. Tegen 15.30 uur arriveerden we op het supermoderne, lelijke betonnen station van Sevilla Santa Justa. Hier wilden we zo snel mogelijk weg en permitteerden we ons een taxi, die ons niet helemaal tot aan de deur van het hotel dat we hadden gereserveerd kon brengen. Te kleine stegen, te veel eenrichtingsverkeer. Een mooi gelegen hotel, midden in de oude, levendige binnenstad van Sevilla. Gelukkig was er een lift tot de vierde etage en de nodige rust dankzij de ligging aan een binnenhof van dit neo-Moorse gebouw. Gauw begonnen aan de eerste verkenning van de hoofdstad van Andalusië: bijzonder positieve eerste indruk: heel levendig, kleurrijk, afwisselend, autoluw (steegjes en masse, maar ook veel enorm brede wandelboulevards! Fonteinen, pleinen, terrassen, veel muziek overal, tapas en wijn – het Spaanse dolce vita. Tegen 22 uur gingen we moe naar het hotel – mooie start!
4 januari: De nachten bleven koud, dus voor 10 uur op stap te gaan gaf een bitterkoud wintergevoel… Na het ontbijt en een tweede koffie in de stad bezochten we als eerste ‘attractie’ de Alcazares Reales (de Koninklijke paleizen) met prachtige gebouwen uit de 13 eeuw tot de 19e eeuw (veel restauraties), met veel Moorse invloeden, museale doelen (schilderijen en keramiek collecties vooral), maar vooral ook fantastische parken met een bijzonder fraaie inrichting en een uiterst indrukwekkend bestand aan loof- en naaldbomen. Erg indrukwekkend!










Op zoek naar een geschikte pauzeplek om al die indrukken te kunnen verwerken zochten we naar de Guadalquivir, ook hier een brede rivier met veel wandelpromenades. Aan de kant waar we liepen bleek weinig vertier (en vooral geen wc). Dus we bleven zoeken tot we vlak bij de kathedraal een restaurant vonden waar we met wat hapjes en een drankje konden uitrusten. Voldaan en uitgerust gingen we naar de kathedraal. Voor de eerste en enige keer stonden we in een lange wachtrij… het bleek de moeite weer meer dan waard.






We waren e rnatuurlijk al eerder geweest, hadden ons ook nog van tevoren al ‘ingelezen’ en verwachtten al een gigantisch, uniek gebouw, maar dat beeld werd toch weer overtroffen: het hoogaltaar (1482, begonnen door Pieter Dancart, e.a.) is adembenemend, het gevoel van praalzucht voorbij. In zijkapellen hangen werken van beroemde schilders als Goya, Bartolomé Murillo, Francisco Zurbarán en Jacob Jordaens, het praalgraf van een van de Spaanse historische iconen, Christoffel Columbus kun je er bewonderen (en betwijfelen of zijn stoffelijk overschot er ooit begraven werd). En ook verder is het een gebouw van superlatieven qua grootte, omvang en rijke en fraaie invulling. De 104 m hoge klokkentoren naast de gigantische kathedraal, Giralda genoemd, is het waarmerk van de stad Sevilla, en was ooit, gebouwd in de 12e eeuw de hoogste minaret van de wereld. De Giralda bezochten we pas na een eet- en drinkpauze en 3/4 van de hoogte vonden we dit keer meer dan goed genoeg voor een heerlijk overzicht over de prachtige stad. Uniek om gewoon een stenen pad omhoog te kunnen lopen waar men vroeger ook te paard tot in de top kon lopen!


Op onze wandelingen kwamen we natuurlijk ook langs de Guadalquivir – veel stadser hier dan in Cordoba -, vele mooie straten en pleinen etc.






Mooi ook de vele straatmuzikanten die je heel even uit de stadse sferen ’tilden’. De laatste avond wilden we ook sfeervol invullen: lekker gegeten en gedronken in de sfeer van een klassiek Spaans tapas-restaurant: jambon aan het plafond, affiches van stierenvechten, lijdende Jesus en Maria…


Een dag later zouden we al weer aan Nederland moeten wennen…