Zoeken naar een bij ons passende manier van werken
Net – werk: een net of een web zonder knellende hiërarchie past het best bij de voorstelling die wij ons maken van een groep samenwerkende mensen. Geen baas noch knecht. Als het om verbeelding gaat gaven we in beeld en geschrift de voorkeur aan mycelium als symbool voor onze manier van werken. We zagen ons idealiter zeker niet als ‘spinnen in een web’! Ook vaak door ons gebruikt als verbeeldingsmiddel tijdens presentaties: de Steenbeek als een open stroom, kleurrijk, ruimte tussen de kiezels, begin en einde open… maar ook: schoonheid uit puin.
Verder lezen: Op zoek naar een bij ons passende manier van werken
Op zoek naar een bij ons passende manier van werken
Ons ‘werkzame leven’ was van begin af aan een zoektocht naar de meest zinnige, autonome en uitdagende werkzaamheden en dito organisatievorm. Voor Willy begon dat met een vervangende dienstplicht (1976-1978) “onder zeemannen”, voor Marianne in dezelfde tijd, midden in haar studieperiode, als tijdelijke leerkracht biologie in het Voortgezet Onderwijs.
Al werkende leerden we eerst dus de grenzen van geïnstitutionaliseerd welzijnswerk en onderwijs kennen. Gelukkig waren de werkcontracten in deze fase van ons leven nog tijdelijk gelimiteerd en durfden we gauw te zoeken naar uitzonderlijk werk, zoals in Hamburg, waar Willy als projectleider van een buurtproject en avonturenbouwspeelplaats aangenomen werd en Marianne al gauw een baan gelijkwaardig met hem en twee andere collega’s deelde (1980-1982). In Hamburg leerden we ook voor het eerst een onafhankelijke netwerkorganisatie kennen, een zg. ‘Dachverband’ (informele koepel) voor een twintigtal Hamburgse avontuurlijke speelplaatsprojecten waar we met veel plezier deel van uitmaakten. Er waren uiteraard intensieve onderlinge contacten, maar ook met de Hamburgse kunstacademie, buurtwelzijnswerk, alternatieve kinderopvang e.d. Maar in Hamburg leerden we ook een andere, persoonlijke grens kennen: het lawaai en de permanente onrust van een stad van 1,8 miljoen inwoners… wij besloten – met pijn in ons hart – toch na 1,5 jaar weer naar de “landelijke rust van Groningen” terug te keren.
Via serieus vrijwilligerswerk (destijds veel meer een optie dan tegenwoordig), tijdelijk betaald werk in vooral onderwijs en welzijnswerk, pionieren met (moes)tuinieren in Zuidbroek, overbrugden we ‘in zeer behoorlijke vrijheid’ de resterende 1e helft van de jaren 1980, een periode van grote werkeloosheid en slechte kansen op de algehele arbeidsmarkt. Regelmatig garneerden we ons ‘geworteld bestaan’ met uitdagende reizen door Europa. De heemtuin in Muntendam volgde in 1986 tot 1988 – ook weer tijdelijk vanuit een werkeloosheidsproject – als zeer leerrijke arbeidsplaats. Wat de inhoud betreft kwam die periode al behoorlijk dicht bij ons ideaal van werk. Nu moesten we nog zorgen, dat we minder afhankelijk werden van willekeurige “werkverschaffers van tijdelijk werk zonder continuïteit”.
En dat lukte!
En dat lukte ons uiteindelijk in 1990, toen we voortbordurend op de heemtuingedachte, een inventarisatiereis langs ‘alle’ natuurrijke tuinen en parken maakten en een Landelijke Werkgroep Heem- en Natuurtuinen opbouwden.
In de periode van de Landelijke Werkgroep leerden we de voordelen en grenzen van een ‘werkgroep’ kennen. We kozen daarom, ondanks bedenkingen, in de volgende fase voor de relatief ‘ondemocratische’ stichtingsvorm. Een stichting met (net)werkgroepen. Bij het ‘loslaten’/verzelfstandigen van de eerste netwerkgroep van Stichting Oase, Kring Wilde Weelde (opgericht december 1994), kozen we van harte voor de verenigingsvorm. Net als de actieve Wilde Weelde-leden vonden we dat veel geschikter voor deze (belangen)organisatie van overwegend ‘kleine zelfstandigen’. De tweede netwerkgroep, de Vakgroep Heemtuinbeheer (opgericht april 1995), bleef uit eigen beweging een informele werkgroep binnen Stichting Oase tot aan het eind van ons werkzaam leven, zomer 2019 (v.a. 2008 verzelfstandigde deze groep zich wel met een eigen informeel bestuur). Vanaf 2018 ontwikkelde de Vakgroep Heemtuinbeheer zich tot een zelfstandige organisatie, de Stichting Natuurrijke Tuinen en Parken (SNTP). De spraakmakende netwerkgroep Springzaad werd als laatste in 2001 opgericht en in november 2013 als stichting ‘losgelaten’. Een informele Landelijke Werkgroep Groene Schoolpleinen (met regionale consulenten) maakt nog steeds deel uit van Stichting Springzaad, beweging voor meer ruimte voor natuur en kinderen.
Na ons afscheid van Stichting Oase, op 30 juni 2019, was het ook tijd om voor het spectrum aan netwerkgroepen, ontstaan uit Stichting Oase, een nieuwe, passende organisatievorm te vinden. Na lang onderling beraad werd de Federatieve Vereniging Oase Netwerk op 4.9.2020 (27 jaar en één dag na de oude stichting) opgericht.
Resumé: de ideale organisatievorm bestaat wat ons betreft niet, wel een keuze aan vormen die tijdelijk of langer het best voldoen om in alle vrijheid voor de meest onafhankelijke wijze van samenwerken te kiezen, voor individuen net zo zeer als ook voor organisaties, bedrijven, of bewegingen onderling.
Ondanks (of dankzij?) alle belang dat wij hechten aan het samen werken, van en met elkaar leren en het opbouwen en onderhouden van netwerken, hebben we steeds het Afrikaanse spreekwoord ‘Alleen ga je sneller, samen kom je verder’, in het oog gehouden. Soms hield dat in dat we er, ondanks het besef dat dit niet optimaal democratisch was, toch voor kozen iets alleen (d.w.z. met zijn tweeën of als stichtingsbestuur) te doen, om op die manier sneller en vrijer te kunnen werken.