31 december 2024
In Duitstalige landen noemen ze Oudejaarsdag Silvester en naast het bekende vuurwerk en veel andere gewoonten wenst men elkaar daar dan ‘einen guten Rutsch in’s neue Jahr’. Terugdenkend aan onze Oudejaarsdag van 2024 in de uiterste zuidwesthoek van Duitsland, aan de Bodensee, was dat wel een heel dubieuze wens.
Een stevige middagwandeling leek ons een passende afronding van de 366ste dag van het schrikkeljaar 2024. Tot ons grote plezier zou dit een onvergetelijke, sprookjesachtige wandeling worden.
Op een van onze 9 vakantiedagen rond de jaarwisseling in Wahlwies e.o. wilden we in elk geval graag de burchtruïne Homburg (635 m) bezoeken. Het was er de eerste week nog niet van gekomen. Er valt daar in de omgeving zoveel te ontdekken! Deze burchtruïne werd dus het doel van de wandeling op Silvester. De ruïne zag er op foto’s ruig, weelderig begroeid en weinig opgeknapt uit, en voor de weg er naar toe leek dat ook de te verwachten sfeer. Warm gekleed zouden we die Silvestermiddag de temperatuur, -3° C., wel makkelijk moeten kunnen trotseren en het ergste wat kon gebeuren zou een terugtocht halverwege zijn, mocht het te steil en vooral te glibberig worden. Zo verstandig zijn we tegenwoordig wel. Dus op naar het regiotreintje (gratis Gästekarte voor het OV, voor de hele regio, dan wordt je lui) en na een leuk treinritje van enkele minuten stapten we in het buurdorp Stahringen uit. De wandeling bleek al vanaf het station bewegwijzerd, en liep – leve de kleine dorpjes zonder al te veel rafelrand – al gauw langs mooie tuinen, een fraaie oude boomgaard en een natuureducatief project met een kudde mooie schapen.






Verder ging het dan de berg omhoog via een uitnodigend pad door een natuurrijk hellingbos. De ondergrond was nog eerder herfstig bladrijk, dan winters hard bevroren, hier en daar zelfs nog wat nat.



Halverwege de klim – 100 van de ruim 200 m, ruim een kilometer lang – veranderde het bospad in een steil, af en toe glibberig, ca. 30 cm breed geitenpaadje. We begonnen soms even elkaars handen te zoeken en te pakken (tja, guten Rutsch…), maar keken ook regelmatig voorzichtig om ons heen, zwaar onder de indruk van de heerlijke lianen in de hoge oude bomen en de struiken in de ondergroei. En met elke stap die we klommen werd het bos een ietsje pietsje witter van de rijp langs de takken en op de lianen. Het omhoog slingerende pad daarentegen – de afgronden afwisselend links en rechts werden steeds serieuzer – werd gelukkig ook steeds harder, maar net niet ijzig. Soms hielpen traptreden bij het klimmen. Mazzel, alles bij elkaar nog net aanvaardbaar voor twee voorzichtige laaglanders. Maar om ons heen kijkend groeide ook bij elke stap de euforie: wat een ongelofelijke sprookjeswereld!!!





Toch moesten we ons blijven concentreren op het steeds stenigere paadje. Voorzichtige opluchting ook toen we de eerste rotsen en muren van de ruïne uit de ‘witte-winter-natuurbossfeer’ zagen opdoemen en stemmen van kleine en grote mensen gingen horen. Op een gegeven ogenblik kregen we, net onder de ruïne, tegenverkeer: mensen uit de streek, bezig met een kinderfeest boven op het burchtterrein die als een stel jonge berggeiten over het pad renden. Heerlijk om hier te mogen opgroeien, zag je ons beiden denken. Maar ook: wat een vertrouwen van die jonge ouders in hun onbekommerde kinderen! “Geen leven zonder risico’s” schreven we ooit in een brochure tegen teveel angsthazerij in het omgaan met de natuur en natuurlijke speelplekken… maar hier kun je ook een doodssmak maken!
De ruïne zelf bleek ook de klim meer dan waard. Een echte ruïne met bijbehorende rotsen en als hoogtepunt een uitdagend platform op de muren in een mooie groene – nu deels witte – entourage. De traptreden er naar toe bleken wel te hard bevroren voor ons gevoel van minimale veiligheid – en, oh troost – was er toen ook net teveel mist voor echte vergezichten.






Dus we wandelden verder over de binnenhof van het nabije boerengehucht toen de zon opeens echt door de bewolking brak: ongelofelijk fraai hoe dan opeens het licht grijzige wit stralend wit wordt en je een landschapsbeeld voortovert dat je nooit zult vergeten! Wij vergaten alle kou en bleven in de winterzon vele foto’s maken in de hoop nog iets van de werkelijke magie te blijven vangen.







Heerlijk ook hoe langzaam maar zeker steeds meer mensen net als wij gefascineerd over de op zich eenzame hoogvlakte wandelden en in gebaren en woorden hun opperste verbazing toonden. De helft van het wandelpad terug naar ‘ons’ dorp bleef nog onwerkelijk en spannend, een tijdelijk wit paradijs. Onder de 500 m grens ging dit wonder dan, op de laatste kilometer van onze wandeling, weer als een nachtkaars uit.
Weer aangekomen in Wahlwies vroegen we ons nog af hoeveel van onze medemensen überhaupt iets van die magie mee hadden gekregen.

Rond middernacht ontvingen wij een appje van onze jongste (schoon-)zus Kirsten. Op familiebezoek in Andelfingen, Schwäbische Alb, (vogelvlucht maar 60 km noordoostelijk van Burchtruïne Homburg gelegen) had zij toch tijdens een prachtige, urenlange wandeling in zulke prachtige rijpsferen kunnen zwelgen…

