Onze 4e etappe tijdens een treinreis door vijf landen, 1 – 4 juni 2025


Martin Stoffels, leeftijds- en eilandgenoot uit Oudeschild, maar al bevriend met ons sinds Oost-Groningse tijden (v.a. 1983), schreef op een ansichtkaart van 3 juni 2023: “Dag Willie, dag Marian, een groet uit de mooiste stad van Italië (Nou ja, ik heb ze niet allemaal gezien). Maar het is hier genieten, ooit geweest? (…)”. We kenden Martin tot dan toe vooral als Oase tuin- en natuurvriend en lange-afstands-fietser kris kras door Europa en Afrika, die zelden of nooit zijn liefde voor stedelijk schoon etaleerde. Maar hij moest er ‘gewoon’ een week wachten op een achterrem voor zijn fiets (per post uit NL) die onvervangbaar stuk bleek. Dus Martin maakte er het beste van. En sindsdien hing die kaart op een prikbord naast onze koelkast en nestelde Bergamo zich op een geheim verlanglijstje…
1 juni 2025: Onze vierde langere reisdag voerde ons binnen 7 uur vanaf het station in Morges aan het Meer van Genève – afscheid van ons (schoon)zusje Kirsten – tot Bergamo in de Noord-Italiaanse Lombardije. Langs Montreux, Aigle, Martigny, het Rhônedal, Sion, Sierre, Leuk (ja, dat bestaat echt) tot Brig, het Zwitserse grensplaatsje naar Italië. Om 13.20 uur zaten we stipt in de trein naar Domodossola waar we na een minutenlange rit door een tunnel voor 14 uur arriveerden. Een uur pauze!


Vlak bij het station, in de schaduw van een overdekt terras paninis, koffie en thee genoten. In Milaan tenslotte overgestapt in een trein naar Bergamo C.S. waar we, perfect op tijd, tegen 18 uur aankwamen. 34°C!! Zondagavond, en het lukte ons toch nog gauw brood, wijn en druiven te ´scoren´ in de ´Esselunga´, een grote supermarkt vlakbij. Een leuke Italiaanse leerde ons ook nog met succes – veel gelachen – de zelfscanner te bedienen.
2 juni: Iets voor 10 uur uit huis: het is al flink warm, 26°C. Op de nabije Via Borgo Santa Catarina – pleintje winkels, kerkje – zitten we heerlijk op een terras een simpel 2e ontbijt met verse sap, lekkere koffie en verse croissant, maar vooral die zo typische sfeer rondom te genieten.



Druk was het – we wisten toen nog net niet dat 2 juni de Nationale Feestdag van de Republiek Italië is. Via Piazza Oberdan en Piazza Carafa naderden we de hoger gelegen oude binnenstad van Bergamo. We betraden de volkomen ommuurde renaissancestad via de Porte Sant’ Agostino. In een nabij park met dezelfde naam pauzeerden we even. Na de klim zochten we vooral de schaduw en genoten van elk zuchtje wind. Onder langs de gigantische muren door mooie plantsoenen wandelden we dan tot de Porte Sant’ Giacomo, regelmatig stilstaand om foto’s te maken van de grandiose panorama’s over de lager gelegen stad (ook grotendeels oud). Het uitzicht was een beetje heiig, wel mooi voor het oog.






Maar dan trok de verborgen oeroude binnenstad: door de Via San Giacomo wandelden we tot aan de centrale pleinen en straten van de oeroude kern van de stad: Piazza Mercato del Fieno, Piazza Vecchia, Piazza Duomo en via de hoofdwinkelstraat Via Colleoni tot de Piazza della Citadella. Veel barokke kerken even ingekeken, vooral natuurlijk ook in de dom.


De Basilica Santa Maria Maggiore hebben we alleen van een afstand bewonderd: 5 euro voor de ongelofelijke katholieke pracht en praal (we zijn heel wat gewend als katholiek opgevoede) én de drukte van een feestdag ging ons zelfs te ver. Ergens zit het principe om gratis kerken te mogen betreden bij ons ook nog heel diep… Meer zin hadden we in een lekkere lunch op het terras van een aardige latteria/caffetieria (2) op de hoofdwinkelstraat (1), rustig kijkend naar de voorbij slenterende feestdagbezoekers. We namen ook nog een toetje (3), zo leuk was het.





Meest opvallend: het leek wel alsof iedereen zijn/haar smartphone thuis had gelaten. Het ‘normale’ straatbeeld is ook in Italië dicht tegen de 100%, maar nu zag je toch heel veel mensen in kleine, familiaire groepen promeneren. Uitgerust wandelden we dan verder naar het hoogstgelegen stukje Bergamo (4 en 5), de Rocca en het fort. Hier kon je heerlijk over de noord- en westkant van de hoge muren slenteren en blijven genieten van heerlijke uitzichten. Wat een stad!!!



Tegen 16 uur verlieten we de hoog gelegen oude stad en benaderden het laagstgelegen centrum van Bergamo, gebouwd in de laatste eeuwen, via een autovrije zone, Scaletta di Sant’ Allesandro (héél lange trappen, met honderden traptreden. Je kunt ook de Funicolare Bergamo Alta, de kabelbaan gebruiken, ook zeker spannend). Op een plein met heel veel arcaden hadden we naar ons gevoel een biertje verdiend.


Met de tram terug naar ‘huis’ en we hoorden nog lang de muziek van het festival t.g.v. 79 jaar Republiek Italië in de buurt van het station. We bleven thuis en hadden voor ons gevoel al ongelofelijk veel gezien van de heerlijke stad Bergamo (oh ja, Martin, we zijn het behoorlijk eens met je). ’s Avonds besloten we nog wel – beetje weemoedig – de broeierig hete stad (het zou nog warmer worden) te verlaten en een dagje de leukste dorpjes/stadjes van het Gardameer te bezoeken. Noordelijker, koeler, water, bootjes, dat idee…
3 juni: De dag begon met een heerlijke koffie-op-terras d.w.z. standaard lekkere Italiaanse koffie en een overheerlijk vers croissantje met pistachevulling. Dan met de trein naar het fraaie en zeer toeristische stadje Desenzano, mooi gelegen aan de zuidkant van het grootste binnenmeer van Italië, het Gardameer.


Tot tegen het middaguur in het drukke stadje rondgelopen. Toen leek het ons en goed idee de twee uur die ons resten tot het vertrek van een boot naar het volgende stadje te vullen met een uitgebreide middaglunch op een sfeervol terras bij de haven. Met heerlijk zicht op het meer zeer betaalbaar gegeten: asperges risotto resp. hartige pannenkoeken met groente mengsel ‘on top’. Samen met een biertje en wijntje een passende opstart voor ons dagje Gardameer! Na het eten was er nog wat tijd om de oostkant van het schiereiland met sfeervolle parken en natuur te verkennen: Zicht op de Alpen in het noorden en oosten, mediterrane begroeiing rondom. Terug naar de haven voor onze boottocht naar het volgende mooie stadje, Sirmione, gelegen op een langgerekt schiereiland. Onze stemming was opgewekt, zodat het slingeren door grote toeristenstromen ons weinig kon storen. Integendeel: wij genoten van de sfeer en vooral de begroeiing – granaatappelbomen, pijnbomen, cypressen, prachtige olijfbomenpalmen, citrusbomen… – zo noordelijk in Italië.







Tot het tijd werd om de bus nog te vinden naar het volgende doel, het vestingstadje Peschiera. Daar belanden we naar heel wat zoeken en drukke busritten pas tegen 18 uur. Even rondkijken en iets dorstlessends op terras voor we de trein terug naar Bérgamo namen.



Geen echte afkoeling en toch een heel geslaagde dag vol vriendelijke ontmoetingen, mooie stadjes en verrassende natuur.
4 juni: Goed voorbereid voor onze 5e reisdag (Interrail-ticket) – ontbijt ’thuis’, genoeg eten en drinken voor onderweg en dan nog afrondend voor Bergamo een lekkere koffie midden in de stadse bedrijvigheid vlakbij. Een cafetaria waar kantoor- en winkelmensen, veel bouwvakkers en buurtbewoners even snel hun koffie drinken. Wat heeft Italië toch nog een goed sociaal vangnet waar iedereen elkaar even kan zien, groeten en/of spreken. Ondanks Interrail zitten we van Milaan tot Zürich in een halfvolle, heerlijke ICE-trein door de fantastische Italiaanse Alpen te zoeven. Een belevenis!! Sinds lange tijd wel weer wat regendruppels. Maar eenmaal door de langste treintunnel ter wereld, de Gotthardtunnel (58 km) scheen de zon weer, prachtige bergen met massieve rotstoppen en sneeuw. Een prachtig gelegen meer, het Zwitserse Vierwoudstrekenmeer betekende het einde van onze dagen in Italië, maar nog niet het einde van een fraaie treinreis door de Alpen.