14 februari – 2 maart 1975
Om elkaar eens wat langer te zien dan een weekendje Texel (voor Willy) of Mönchengladbach (Marianne) kochten we begin 1975 retourtickets naar Venetië. We zouden elkaar ontmoeten in de trein. Marianne was vanaf Den Helder al een aardig eindje onderweg toen Willy op de afgesproken tijd tot Marianne’s grote opluchting in Düsseldorf instapte. Wat was het leven toch veel spannender zonder mobieltjes! Er was natuurlijk nog geen enkele mogelijkheid elkaar te waarschuwen als er iets mis ging met de reisplanning.
We reisden ’s nachts door Duitsland en Zwitserland en werden wakker met een fantastische blik op het Comomeer. Goed begin! Er was in die tijd natuurlijk ook nog geen mogelijkheid van te voren een overnachtingsplek te boeken, maar we vonden gelukkig al snel een kamer in een hotelletje niet ver van het station van Venetië. Het was in Italië wel iets warmer dan in Nederland en Duitsland, maar Willy was duidelijk ‘underdressed’ op stap gegaan (zonder jas, wel met een dik wollen vest). En ook had hij er, tot Marianne’s grote verbazing, aan gedacht schoenenpoetsmateriaal mee te nemen.
We reisden na een weekend heerlijk dwalen door Venetië naar het ministaatje San Marino. Amusant hoe alles daar op minischaal aanwezig was. Vandaar naar Perugia (sneeuw), met een uitstapje naar Assisi (warm!). Via het Lago di Trasimeno kwamen we uiteindelijk in Florence aan, waar we het tweede weekend van deze vakantie doorbrachten.
Het mooiste hotelletje met het lekkerste eten – Willy durfde het aan om Coniglio (konijn dus) te bestellen – vonden we op doorreis in Bibbiena. Dat het fruit dat we als nagerecht besteld hadden per stuk afgerekend werd, daar hadden we niet op gerekend. Maar ach… goed voor de nodige vitamientjes. En gelukkig hadden we nog net genoeg contant geld, zodat het niet echt pijnlijk werd. Helemaal geen hotel vonden we in eerste instantie in Massa na een vermoeiende trein- en liftreis vanuit Florence. Massa vormde zonder twijfel het dieptepunt van onze reis. Deze stad was in tegenstelling tot die andere stadjes, steden en landschappen waar we waren niet mooi en we waren het er ook niet zomaar over eens hoe we het beste met die situatie om konden gaan (buiten overnachten, wat Willy voorstelde, leek Marianne echt geen goed idee, te koud, te gevaarlijk). Uiteindelijk vonden we in Massa aan Zee toch een slaapplek. Vanuit de trein die we de volgende ochtend namen richting Turijn/Milaan vingen we tussen de lange tunneltrajecten door flitsen op van een magisch landschap; op de kaart zagen we dat het Cinque Terre heette. We namen ons voor hier nog eens ooit naar terug te keren. Het zou nog lang duren, maar in 2012 zou het uiteindelijk lukken Cinque Terre van alle kanten te bewandelen vanuit een van die prachtig tegen de rotsen aangeplakt gelegen kleine stadjes.
Aangekomen in Milaan bleek dat er geen treinen reden in verband met een staking. Wat nu? We hadden geen cash geld meer (we hadden ons laatste geld in de trein bij moeten betalen, omdat we per ongeluk een omweg hadden genomen). We hadden alleen nog een laatste Travellercheque die we niet in konden wisselen omdat de banken al dicht waren. Hier leek buiten of in de stationshal overnachten een nog slechter idee dan in Massa. Uiteindelijk besloten we toch maar naar een hotelletje te gaan en daar onze situatie voor te leggen. Niet simpel. Ons Italiaans was er in die vakantie niet echt op vooruit gegaan. Maar het lukte en de volgende morgen bleef Marianne achter als ‘pand’ in het hotel en ging Willy de laatste Travellercheque verzilveren, waarmee we de overnachting en de bus tot over de Zwitserse grens konden betalen.
Daar aangekomen merkten we dat er ook in Zwitserland geen internationale treinen reden. We waren inmiddels in het prachtig aan het Lago Maggiore gelegen, maar peperdure Locarno beland. Het goedkoopst uitziende hotel waar we naar een kamer vroegen, bleek nog veel te duur voor ons. Nu werd het toch echt lastig om een goede oplossing te vinden. We besloten mensen die we er aardig uit vonden zien aan te spreken. Ook in Locarno spraken ze natuurlijk Italiaans, maar met deze jonge mensen lukte het in een combinatie van Duits en Engels, handen en voeten, ons probleem voor te leggen. Het bleken echt heel aardige mensen, want ze namen ons mee de berg op naar een hoog gelegen commune waar altijd wel plek was voor gasten. Maar helaas net die avond was dat niet het geval. Ze hadden ‘oma’ op bezoek en dat viel lastig met ons te combineren. Onze nieuwe vrienden ervoeren ons probleem intussen ook als hun probleem en namen ons mee naar hun eigen kleine aan het meer gelegen huis. Hoofdbewoner Pitty nodigde ons uit bij hem en zijn vrienden te verblijven tot we door zouden kunnen reizen. Enorm gastvrij! Wij namen hun bescheiden maaltijd (polenta met blik tonijn) graag aan en konden slapen in het grote bed, waar ook Pitty zelf en zijn hond en kat sliepen. We zouden uiteindelijk pas vijf dagen later verder kunnen reizen, dus we voegden ons zo goed mogelijk in hun leven en gingen overdag op stap in de omgeving. De mooiste tocht was door het dal van de Verzasca. Aan het einde van dat dal lag een dorp waar een mini-postkantoortje was, waar Marianne een telegram verstuurde naar het NIOZ met de boodschap dat ze vanwege een treinstaking in Italië en Zwitserland niet op de afgesproken tijd weer op Texel kon zijn. Een ander tochtje bracht ons in Bellinzona, waar een grote vakbondsdemonstratie was voor, tot onze verbazing, een 48-urige werkweek.
Op de laatste dag in Locarno was Willy jarig. Het was heel passend dat we dat met Pitty, zijn hond Rustico, zijn kat en zijn vrienden konden vieren. Op 2 maart konden we eindelijk onze treintickets gebruiken en reisden we terug naar resp. Mönchengladbach en Texel.
Jammer genoeg hebben we van deze vakantie geen enkele foto. Dit verhaal is dus vooral uit ons geheugen geput (plus wat summiere aantekeningen per dag in een agenda van 1975). Maar dankzij internet hebben we het toch nog enigszins kunnen illustreren.