13 – 26 september 2023
Een kleine 14 dagen verbleven we samen met onze vriend Karim Muhyaddin in het droomachtig mooie, bizarre landschap van Cappadocië in Midden-Turkije. Een betere begeleider voor dit wonderlijke landschap konden we ons niet voorstellen!
Wij genoten zo in volle teugen van deze reis en al onze belevenissen, dat we elke dag ´s avonds – nog niet eens al te laat – doodmoe in bed vielen. ´s Ochtends planden we dan even enthousiast weer de volgende dag. Tussendoor lukte Marianne ook nog dagelijks een summier reisverslag. Bovendien namen we honderden foto´s van ons alle drie als herinnering mee naar huis. Maar ook met ‘bewijsfoto’s’ blijft het soms ongelofelijk wat we allemaal zagen en beleefden!
Dinsdag 12 september 2023 vlogen we rechtstreeks van Schiphol naar Kayseri, een miljoenenstad in Centraal-Anatolië en hoofdstad van de gelijknamige provincie. Op het vliegveld werden we opgehaald door Karim – heeft ook geen rijbewijs – en een neef van Serdar, de eigenaar van ons tijdelijk appartement in de stad Ürgüp, als chauffeur. Karim had Ürgüp als meest geschikte toegangspoort voor een verkenning van Cappadocië uitgekozen. Weerzien, cadeaus, eten en drinken, en dan goed slapen tot woensdagochtend 13 september met een Turks ontbijt (met o.m. tomaten, komkommer, olijven en feta). Een minibus bracht ons vervolgens naar een halte ‘nabij’ de Rode en de Rozenvallei. Onze wandeling begon bij een befaamd uitzichtpunt met terras, foodtruck en een reuzeschommel. Een grote, vriendelijke hond begeleidde ons een tijdje de vallei in tot onze eerste picknickplek onder een boom bij een kleine wijngaard. Een lieve boerin die er druiven plukte kwam een tijdje bij ons zitten en praten. Wat waren we op zulke momenten blij Karim als reisgenoot te hebben! Verder wandelend kwamen we bij een kleine eet- en drinkgelegenheid midden in de vallei. Vandaar wilden we naar Göreme lopen, maar we kwamen uit in Çavuşin (prachtige vergissing…). Vandaar namen we weer een minibus die ons naar het stadje Ürgüp terugbracht. Hier lukte het ons makkelijk boodschappen te doen en later samen eten te koken (dat deden we uiteindelijk bijna iedere dag).




















Donderdag 14 september: Dan maar vandaag met de minibus naar Göreme. Daarvandaan wilden we de Pigeon valley (Duivenvallei) gaan verkennen. Locals vertelden ons dat het 5 km tot de ingang van deze vallei was. We namen dus de bus tot Uçhisar. Vandaar liepen we nog een kilometer (Turks, volgens ons eerder twee) naar een ingang van de vallei. We wilden teruglopen naar Göreme, maar het lukte ons helaas niet een pad te vinden dat ons veilig genoeg leek. Uiteindelijk besloten we terug te lopen naar Uçhisar (andere plek, veel hoger gelegen). Op een terras met prachtig uitzicht en een Turkse man uit Utrecht waar we een praatje mee maakten, dronken we in alle rust onze Turkse thee. Daarna op weg naar beneden, waar we langs de weg op een bus hebben gewacht. Dat duurde gelukkig maar heel kort. Toen via Göreme – nog een drankje in een café – terug met de minibus naar Ürgüp. Vanaf het minibusstation liepen we weer langs de beide groentewinkels en een nabij ons appartement gelegen supermarkt naar huis. ’s Avonds op tv een uitzending over organische architectuur in Japan bekeken.









Vrijdag 15 september: Vandaag wandelden we Ürgüp uit in zuidelijke richting naar de Pancarlik vallei. Deze is veel minder bekend en veel rustiger (viel in september in de andere valleien ook wel mee). Aan het eind van de wandeling kwamen we bij een kerk/klooster dat gesloten was, maar waar we wel af konden dalen naar een groot terrein met o.a. verschillende oude kerken. Die hebben we alle bekeken, bewonderd en gefotografeerd. Het bleek vervolgens nog niet zo eenvoudig om terug te komen op de weg (een grote paardenboerderij en parcours werd gelukkig niet bewaakt door grote honden… Heen en terug hebben we een praatje gemaakt met een mevrouw, die op een houtvuur een enorme wintervoorraad tomatensaus maakte. Onze eigen boodschappen deden we op ons gemak bij de Migros supermarket nabij ons appartement.




















Zaterdag 16 september stond een wandeling door de zg. Lovers valley (Liefdesvallei) op ons programma. We namen hiervoor een bus tot enkele kilometers buiten Göreme. De Lovers valley heet zo vanwege de groteske vormen van de rotsformaties in de vallei, die in Turkse verhalen keurig Feeënschoorstenen (?) genoemd worden. Middenin deze vallei konden we onze dorst op een heel simpel terras lessen met hete Turkse thee. Het pad door de vallei was erg afwisselend: soms breed en duidelijk om dan plotseling weer heel steil of nauwelijks begaanbaar te worden. Het laatste stuk, tot de ‘uitgang’ bij Uçhisar was nauwelijks als pad herkenbaar (steile stenen helling). Het gevaarlijkste waren de kleine steentjes waar je gemakkelijk op weggleed. Gelukkig konden we elkaar regelmatig een handje helpen… Van Uçhisar terug naar Göreme vonden we niet alle drie een zitplek in de overvolle bus. Gelukkig gold dat niet voor de aansluiting van Göreme naar Ürgüp. Dat gaf ons de gelegenheid om vanuit de bus het traject al goed te herkennen: het bleek voor het grootste gedeelte een heerlijke rit door onvergetelijk mooi gebergte en rotsformaties gekenmerkt door uitzinnige kleuren en vormen.





















Zondag 17 september: Karim had ergens gelezen, dat er ten zuiden van Ürgüp een archeologische site met opgravingen moest zijn. We namen een minibus naar Mustafapaşa. Een familielid van de buschauffeur zou ons met een taxi verder brengen, maar dat kon nog wel even duren. Dus na een bezoekje aan de (vml. Griekse) kerk op het dorpsplein liepen we naar een weg waar nog een paar andere vml. kerkjes te bezichtigen zouden zijn. Karim was hier al eerder geweest en herinnerde zich een Barnabaskerk. Bleek een Barbarakerk te zijn… ook mooi! Terug in het dorp belde Marianne de taxichauffeur; uiteindelijk hebben we die nooit gezien. Maar we vonden Mustafapaşa intussen steeds meer een leuk dorp en hadden ook al gauw betaalbare appartementen via airbnb op het oog. Na wat kopjes thee, een misverstand en veel plezier lukte het ons twee passende appartementen in de grotwoningen van Rashid, eigenaar, yogaleraar en ‘hedendaagse’ hippie, van 21-24 september te reserveren. Vol verwachtingen terug naar Ürgüp; voorvreugde omdat een van onze dromen, overnachten in een grotwoning in Cappadocië, wel eens vervuld zou kunnen worden.







Maandag 18 september: Met een minibus via de meest rechtstreekse weg naar Avanos. Het stadje viel eerst een beetje tegen. Maar in het hoger gelegen deel van de stad troffen we het keramiekatelier van de (overleden) vader van 2 zussen, die daar zijn werk probeerden te verkopen. Zelf maakten zij ook kunst (o.a. keramiek, maar ook schilderijen). Karim voerde al gauw een geanimeerd gesprek met hen, wij keken rond, kochten een t-shirt met een mooie opdruk en een keramiek schaaltje. Op de weg terug naar de rivier zagen we pas dat keramiek in Avonos haast huis-aan-huis business is. Over een wiebelige voetgangersbrug bereikten we de andere oever van de rivier waarvandaan we terugreden naar Göreme en verder naar Ürgüp. Onderweg pauzeerden we nog bij een fascinerend uitzichtpunt.








Dinsdag 19 september gingen we met een minibus op excursie. Onze medereizigers waren een Canadees- en een Indiaas stel en een alleenreizende jonge vrouw. Onze gids heette Mehmet en iedereen werd netjes op zijn verblijfsplaats opgehaald. We reden eerst langs twee uitzichtpunten bij de Pigeon valley, toen naar een ondergrondse stad (zijn we niet meegegaan) en vervolgens naar een ‘klooster’, uitgehouwen in de rotsen. Het mooiste bleek, zoals verwacht, de Ihlara-vallei – een kloof waar een rivier doorheen stroomt. Wij volgden een mooie pad langs de rivier tot aan een soort theetuin gelegen aan de oevers maar ook in de rivier de Melendiz. Altijd weer verrassend hoe Turken anders denken over het gebruik van de natuur en iconische plekken. Hier werd ons een prima warme lunch aangeboden. Op de terugweg was er nog een pauze ingelast bij een sieraden verkoopplek. Volgens ons heeft niemand hier iets gekocht (jammer voor Mehmet, zal met zulke gierige toeristen wel commissiegeld mislopen). Conclusie aan het eind van de excursie: zonder eigen vervoersmiddelen kun je op sommige boeiende plekken alleen ‘georganiseerd’, zonder veel invloed op het programma komen… maar we hebben vooral heel veel onvergetelijke indrukken opgedaan.
















Woensdag 20 september: weer met een minibus naar Göreme (deze keer een ‘lijnbus’), waar we dit keer wilden proberen de Pigeon valley van een andere kant te benaderen. Al snel bleek dat Karim zijn telefoon kwijt was. Hoogstwaarschijnlijk laten liggen in de bus. Het beste leek (en bleek) af te wachten tot onze bus weer terugkwam in Göreme (lijnbus naar Avonos). Marianne belde zijn nummer, terwijl Karim aan een chauffeur uitlegde wat gebeurd was. De telefoon bleek achter de zitting van zijn stoel gevallen te zijn. Wat een grote opluchting. Na een wandeling door oud-Göreme vonden we de de ingang van de Pigeon valley. Daar bevond zich een cafeetje (heel primitief, maar leuk) met een oude man die ons, na de thee, zelfgemaakte cider aanbood. Hij vertelde Karim een droevig verhaal over zijn vrouw en kinderen die allemaal (genetisch bepaald) een psychiatrische aandoening hadden. We wandelden een stuk de vallei in tot een tweede, verlaten café. Karim bleef nog naar de plek zoeken waar we het een paar dagen eerder hadden opgegeven. Precies vonden we het niet. Geen probleem: je bevindt je toch in een prachtige wereld die geen moment verveelt, waar je blij bent over allerlei wild fruit dat je er vindt, waar je je eigen pad moet zoeken maar ook niet gauw totaal verdwaald raakt.











Donderdag 21 september: Serdar, onze gastheer in Ürgüp, had een taxi voor ons besteld om al onze spullen naar Mustafapaşa te verhuizen. We zochten een grotwoning uit (“Water”) en Karim die tijdelijk boven ons zou wonen koos voor “Lucht” als tijdelijke grotwoning. Karim bleek over de betere kookgelegenheid te beschikken, dus daar hebben we vooral gekookt. Zoals altijd maakten we eerst een verkenningstocht door het dorp. Het bleek gedeeltelijk onbewoond. Hoger gelegen in het dorp ontmoetten we wel een aardige mevrouw (oorspronkelijk uit Saloniki, Griekenland) die ons ‘even’ haar bewogen levensverhaal vertelde: Mustafapaşa, voorheen bekend als Sinasos, was ooit een voornamelijk Grieks dorp in Cappadocië. Dat duurde tot 1923 toen er tussen Griekenland en Turkije een bevolkingsuitwisseling plaatsvond. Na deze uitwisseling werd het dorp herbevolkt door Turkse moslims uit Griekenland en omgedoopt tot Mustafapaşa. Daarna maakten we nog een andere wandeling die Marianne buiten de bebouwing had uitgezocht. Het eerste stuk was mooi (vallei) daarna werd het, ondanks uitzicht op het dorp een beetje saai (stoffige, vrij brede weg). En warm was het… Omdat er in Mustafapaşa geen supermarkt was (alleen 2 kleine winkeltjes waar de hoogstnoodzakelijke levensmiddelen verkocht werden) besloten we die avond uit te gaan eten. Dat bleek geen succes. Het eten was niet bijzonder (we waren beter gewend), er was geen muziek of iets anders om de sfeer te verhogen en tot overmaat van ramp waren de enige medegasten 2 Italianen die zich heel irritant gedroegen.







Vrijdag 22 september: ’s Ochtends naar Ürgüp om boodschappen te doen en, terwijl wij winkelden, een nieuw jasje voor Marianne (cadeau Karim) te laten verstellen. Terug in Mustafapaşa liepen we weer richting de rotskerken naar een mooi weitje/boomgaard waar Marianne probeerde de sfeer tekenend te schetsen (niet zo succesvol). Een Franse jonge man, fysicus die zich in plasma verdiepte, hield ons een tijdje gezelschap. Op de terugweg zagen we hoog boven ons nog een kerkachtige ruimte. Marianne vond de klim te steil, de mannen klauterden samen wel ‘even’ naar boven. Daar bleek dat in die grot vleermuizen huisden die rakelings over Willy’s hoofd vlogen. ’s Avonds hebben we met een biertje erbij – Efes – op ons ‘eigen’ terras gegeten.











Zaterdag 23 september: Via Ürgüp wilden we vandaag naar Zelve, een openluchtmuseum in een vml. dorp van Cappadocië. Volgens de buschauffeur was het 500 m lopen vanaf de plek waar hij ons uit de bus liet. Daar bleek echter niet het openluchtmuseum te zijn, maar een parkeerplaats voor bussen, met wat eenvoudige souvenirwinkeltjes en een cafeetje (en veel toeristen). Hier hoorden we dat het nog 4 km lopen was tot aan het openluchtmuseum (langs een drukke weg). Daar hadden we geen zin in en besloten we terug te lopen naar de ‘bushalte’. ‘Onze’ buschauffeur zag ons staan, realiseerde zich zijn verkeerde advies en nam ons gratis mee terug naar Ürgüp. De tweede poging, via Göreme, ging wel goed. We bekeken het hele openluchtmuseum, waar de voormalige woningen van het dorp Zelve, de kerken en de moskee met elkaar verbonden waren door trappen. Er was ook wel informatie maar b.v. geen ingerichte woning die een beeld had kunnen geven hoe de mensen er, tot 1952, leefden. En toch zeer de moeite waard! De bustocht terug langs veel herkenbare valleien was dan ook nog een mooie afsluiting van onze reis naar Cappadocië. Aan het eind dronken we thee op een terras en raakten we aan de praat met een Turkse familie uit Wenen en daarna met de eigenaar, die ons wijn (zelfgemaakt) aanbood en ook wel grond aan ons (Karim vooral) wilde verkopen. Toch maar niet op ingegaan. En omdat de bus net vertrokken was hebben we toen nog een thee gedronken op het tweede terrasje buiten de ingang van het openluchtmuseum. Laatste nacht in Cappadocië…


























Zondag 24 september: En dan komt onherroepelijk een moment om alles weer te moeten pakken (gelukkig al iets minder veel) en weer met een minibus naar Ürgüp te rijden. Daar stapten we over op een andere mini-lijnbus naar de grote stad Kayseri.



Vanuit het busstation gunden we ons een taxi naar het appartementenhotel Prime Inn. Nieuw, schoon, niet echt groot, maar wel met de nodige keuken en twee slaapkamers. Na het minimale installeren wandelden we zo gauw mogelijk naar het centrum (ca. 15 minuten) en dronken koffie en thee met allerlei gekke tierelantijnen op een terrasje in het oude kasteel. Als volgende interessante plek bezochten we de van oorsprong 13e eeuwse Sahabiye Madrasa (Madrasa of madressa, een vml. religieus schoolgebouw), tegenwoordig een binnenhof met verschillende ambachtswinkels, restaurant, boekwinkel/antiquariaat e.d. Een leuke, gezellige plek! Karim had al gauw een aardig contact met een van de mensen in zo’n kleine ambachtswinkel. Hij bleek opgegroeid in Beieren en sprak – gelukkig voor ons – nog steeds zeer goed Duits! (hield hij bij via radio en TV). We kochten er een klein cadeautje voor Dörte (Potvis-buurvrouw die altijd zo goed voor onze planten zorgt!). Voor ons zelf hadden we daarvoor op aanraden van Karim een specialiteit uit Kayseri – gedroogd rundvlees, lekker gekruid – gekocht. Paste goed bij ons besluit om de laatste twee dagen simpel en toch gezond te eten: linzensoep, brood, feta, olijven, eieren, (gedroogd) fruit en dus de specialiteit uit Kayseri.








Maandag 25 september: Onze laatste dag in Turkije… onze stemming was niet al te best, maar we probeerden er nog iets van te maken. ’s Ochtens een wandeling naar een stukje binnenstad met gerenoveerde, oude huizen. s’ Middags een wandeling gemaakt waarbij we een andere Madrasa bezochten, waar we weer thee dronken en een boekje (“eenvoudig Turks”) en een notebook kochten. Te duur, genept. De eerste keer, maar dat verbeterde de stemming ook niet. Uiteindelijk lukte het Karim vanuit Prime Inn zijn lijnbus naar Samsun te reserveren en voor ons een taxi voor de volgende ochtend te bestellen.



Dinsdag 26 september: De taxi stond al voor de deur toen we op tijd naar beneden kwamen. Bewogen afscheid van Karim (hoe lang zal het niet weer duren tot een volgende ontmoeting???); ruim op tijd op het vliegveld van Kayseri, waar verder alles voorspoedig verliep. In het vliegtuig zaten we ongunstig: aan de gangpadkant ter hoogte van de vleugels; dus geen prachtige uitzichten over de Balkan, de Alpen of Duitsland. En Schiphol bleek een ramp met enorme rijen voor de paspoortcontrole. Blij dat we desondanks toch al om 19 uur thuis aankwamen.