Aktie Teken van Verzoening Vredesdiensten
Een van de weinige stukjes onverwerkt verleden die Willy bij zijn verhuizing – mei 1976 – vanuit het Duitse Rijnland meenam naar Nederland was de verplichting, om na zijn studie nog een vervangende dienstplicht van 18 maanden te moeten vervullen. Die verplichting lag er al sinds 28 november 1973, de dag dat hij met succes zijn erkenning als dienstweigeraar in Mönchengladbach voor een commissie van strenge heren op eigen kracht, zonder rechtshulp, had weten te realiseren. Tot 1976, het moment van de afronding van zijn studie, was het geen probleem uitstel verleend te krijgen. Maar nu was er geen reden meer voor een uitstel, en anderhalf jaar teruggaan naar Duitsland om daar dan de vervangende dienstplicht te vervullen leek ons beiden geen prettig perspectief. Bovendien was het Marianne in een tijd van een krappe arbeidsmarkt gelukt een tijdelijk baantje als biologielerares aan de MAVO in Dordrecht te vinden. Ze was bereid om voor ons samenwonen haar studie anderhalf tot 2 jaar te onderbreken en ons beiden zodoende een – zij het nog zo sobere – living veilig te stellen.
Gelukkig herinnerde Marianne zich ook op tijd een ‘leuke jongen uit Reutlingen’ die toch in Haarlem, bij een bijzonder sociaal woonproject, het Rosenstock-Huessy Huis zijn Duitse vervangende dienstplicht mocht vervullen. En die ‘leuke Duitsers’ werden uitgezonden door een Berlijnse vredesorganisatie, dat herinnerde ze zich ook nog. Even op internet kijken, zat er toen nog niet in… wel wisten we gauw via vrienden dat de organisatie Aktion Sühnezeichen Friedensdienste (ASF) heette, daadwerkelijk in Berlijn zetelde, en dat zij dus ook voor een jaar (vrouwen vooral, sociaal jaar/vredesjaar) of anderhalf jaar (erkend als vervangende dienstplicht) jonge vrouwen en mannen de mogelijkheid boden om een zinnig vredesgebaar en teken van verzoening te laten zien in landen die onder de Holocaust en de overige wreedheden van het Hitlerfascisme hadden geleden. De coördinator voor destijds ca. tien Nederlandse projecten (op internet zagen we dat nu, 2024, het aantal projecten licht gestegen is tot 14) woonde en werkte in Amsterdam, op de karakteristieke Voetboogstraat.
We hebben toen gauw een afspraak in Amsterdam gemaakt. Een vriendelijke man ontving ons, luisterde naar ons verhaal, dacht ons blij te maken met een toezegging op termijn. Want zij hadden een flinke wachtlijst, en ik moest zeker aan de introductieweek deelnemen, dat hoorde gewoon bij de voorwaarden en kon pas over een jaar of zo… Maar, we keken waarschijnlijk zo gefrustreerd en treurig dat hem toch nog iets anders te binnenschoot: ‘Misschien kan het toch nog eerder. We hebben nog een nieuw project in Rotterdam, pionierswerk, tamelijk ruig waarschijnlijk. Het gaat om een Duits Zeemanshuis in de havenstad. Je bent al wat ouder (de meeste vrijwilligers beginnen met 18-19 jaar) en hebt een opleiding in de sociaal-culturele sector. Misschien… Kun je typen, ik dicteer’. En zo typte Willy opgewonden een verzoek naar Berlijn om eerder aan de introductie resp. de vredesdienst te mogen beginnen. ‘Meer kan ik niet voor jullie doen, wie weet lukt het. Tschüss’. En het lukte! Willy mocht al per 1 oktober in Rotterdam beginnen. Gelukkig mochten we bij Marianne’s ouders thuis wonen tot we een woning in Rotterdam of Dordrecht zouden vinden. En dat zou nog een paar maanden duren tot het ons eindelijk lukte op de Adriaan van Bleijenburgstraat in Dordrecht een ruime kamer en suite te huren. Onze (schoon)ouders zijn we nog steeds zeer dankbaar dat zij ons die oplossing aanboden. Voor hen was het toch een flinke extra belasting. Voor Willy was het wel een mooie stoomcursus schoonfamilie goed leren kennen en waarderen én de Nederlandse taal z.s.m onder de knie krijgen!
Toen al gauw bleek dat Willy eigenlijk voor het werk een rijbewijs moest hebben (en dat natuurlijk niet op korte termijn mogelijk was) bedacht de leiding van het Zeemanshuis een Peugeot Mobylette incl. grote fietstassen à la PostNL voor hem. Zo kon hij een van zijn hoofdtaken, binnenschepen en kleine zeevaardige coasters met boekenkisten, films en andere wensen te bedienen, ook redelijk uitvoeren.
Naast dit mobiele werk, in de vele kleinere havens van de stad, bestond Willy’s werk vooral ook uit avonddiensten in het Zeemanshuis met z’n hotel-, restaurant- en barfunctie: nog meer dan in de gemiddelde kroeg ging het hier ook om het bieden van ruimte voor (familie)ontmoeting, gesprekken met andere bezoekers/collega’s en het personeel. Daarnaast kende het Zeemanshuis ook een cultureel programma zoals filmavonden en excursies. Willy heeft er in korte tijd veel geleerd over een hem onbekende wereld, wat betrof zeden en gewoonten (onderschat b.v. de hiërarchie op schepen niet), ontspannen en flexibel om te gaan met een ruime keur aan eigenzinnige, vaak wat wereldvreemde mensen, snel te wisselen binnen drie hoofdtalen – Engels, Nederlands en Duits enz.
Met de overige vrijwilligers van Aktion Sühnezeichen waren er regelmatig bijeenkomsten op locaties die zich daarvoor het meest leenden, zoals b.v. in het Rosenstock-Huessy Huis in Haarlem of de Moses en Aäron Kerk in Amsterdam. Hier was Willy’s positie altijd een beetje uitzonderlijk: met een Nederlandse partner had hij duidelijker gekozen voor een Nederlandse toekomst. En het Zeemanshuis was en bleef ook een beetje een vreemde eend in de ASF-bijt.
Nooit vergeten zullen we het afscheid nemen van het Zeemanshuis: het had zich wel rondgesproken dat Willy eind maart 1978 zou vertrekken, vrij veel gasten kwamen afscheid nemen met, hoe ruig ook soms, bewogen woorden en vooral, praktisch iedereen met een fles sterke alcohol als cadeau! Nooit daarvoor of daarna een grotere, spannendere voorraad alcohol in huis gehad. Vrijwel aan het begin van de vredesdienst was er overigens ook nog een aanmoediging van de burgemeester van de stad waar Willy opgroeide in Duitsland: we denken ons al een tijd lang suf over wat het precies geweest is…
Uitbreiding van de familie
Aan ASF hebben we ook nog meer te danken dan een zeer zinvolle invulling van Willy’s vervangende dienstplicht: hij raakte vlot en goed thuis in een nieuwe taal en voor ons beiden was het fijn wonen met leuke mensen in een sfeervolle, oude Hollandse stad (Hoe dichter bij Dordt… geldt voor ons allebei juist helemaal niet!). Ergens begin jaren 1980 stond er ineens voor onze huisdeur een jonge, blonde en opgewekte man en stelde zich voor als Stefan Michelberger, werkend als vrijwilliger voor ASF. Wij woonden intussen op de Peizerweg in Groningen en de medewerkers van ASF hadden Stefan ons adres gegeven voor het geval hij benieuwd zou zijn naar het wel en wee van landgenoten met een vredesdienstverleden in het Hoge Noorden van Nederland. Kom binnen, welkom! En Stefan zou vaker komen, regelmatig. Had interesse in ons bestaan, zeker ook de moestuin en natuurkant van ons jonge leven. Het bleef niet uit dat hij ook in contact kwam met Marianne’s jongere zus Sjakkelien… Na weer een serie ontmoetingen zou er een moment komen dat Willy ook een actieve rol bij de ‘relatiebemiddeling’ speelde: Stefan twijfelde of hij zo’n grote stap zou nemen om óók in Nederland zijn geluk te zoeken. Willy had er alle vertrouwen in – gezien zijn eigen ervaring. We zijn nu ruim 40 jaar verder, en bewijzen met z’n vieren dat Duits-Nederlandse verhoudingen van hoge kwaliteit en duurzaamheid kunnen zijn!