Uit de reacties op ons rapport Heem- en Natuurtuinen geïnventariseerd, dat eind mei 1990 vanuit het IVN naar alle heemtuinen werd verzonden, bleek dat er ruime belangstelling was om een landelijke organisatie voor heemtuinen op te richten. Een aantal beheerders wilde zelfs graag actief betrokken worden. Hen nodigden we uit om samen met ons een goed plan te maken. Hoe zou zo’n heemtuinorganisatie er uit kunnen gaan zien? Wat verwachtten zij er van?
De oprichtingsbijeenkomst vond plaats in de Jeugdherberg van Soest op 27 en 28 oktober 1990 met 9 deelnemers afkomstig uit alle delen van Nederland. De pioniers waren: Cees Los (Rijswijk), Bas en Gerda Stoop (Made), Hendrik ter Haar (Nijverdal), Wim Niemantsverdriet (Eindhoven), Marc Houben (Munstergeleen), Jan Rensink (Zoetermeer), Marianne en Willy (Zuidbroek).
Bij deze bijeenkomst bleek er vooral behoefte te bestaan aan een ‘landelijk steunpunt’, een nieuwsbrief en ‘een landelijke heemtuindag’ om elkaar ook in levende lijve te ontmoeten en kennis en informatie uit te wisselen.
In eerste instantie besloten we een informele organisatievorm te kiezen. De oprichting van de Landelijke Werkgroep Heem- en Natuurtuinen vond nog datzelfde weekend plaats.
Al bij deze allereerste gelegenheid kozen we welbewust om een heel weekend bij elkaar te komen omdat we, zoals we in de uitnodiging schreven, ‘dan ook in de gelegenheid zouden zijn elkaar een beetje beter te leren kennen en wat ruimte vrij te houden voor een wandeling / fietstocht door de herfstige natuur en/of een heem- of natuurtuin in de directe omgeving te bezoeken.’ Dat bleek een goede zet. In het afsluitende rondje bleek een positieve, optimistische stemming te overheersen. Bas Stoop vertolkte de ook door anderen gedeelde mening dat ‘alleen al de goede onderlinge sfeer, de uitwisseling van gedachten en de morele steun naar elkaar toe de reis naar Soest waard was.’ Het gaf ons voldoende kracht om in een landelijk steunpunt / organisatie te geloven.
Verder lezen
Er volgden – in wisselende en steeds uitgebreidere bezetting – in 1991 en 1992 nog zes andere bijeenkomsten – altijd mooi centraal in de KNNV Veldwinkel in Utrecht – waarbij we elkaar steeds bij hebben gepraat over de ontwikkelingen.
Al gauw bleek dat een professioneel ‘landelijk steunpunt’ zoals wij ons dat voorstelden financieel niet haalbaar was. Wij bleven daarom zelf gewoon vanuit onze Zuidbroekse huiskamer het secretariaat van de LWHNT op vrijwillige basis bemensen. Om de vaart er toch in te krijgen en inkomsten te genereren besloten we i.p.v. een nieuwsbrief een kwartaaltijdschrift te gaan maken en een Heemtuingids uit te geven (gepresenteerd tijdens het eerste Oase-weekend april 1992). Al een jaar eerder, in mei 1991, verscheen het eerste nummer van Oase. Doordat dit nieuwe tijdschrift niet alleen door heemtuinbeheerders, maar ook door andere mensen die betrokken zijn bij het ‘natuurrijk tuinieren’ geabonneerd werd, groeide onze behoefte een wat bredere organisatie op te zetten. We dachten al snel aan een vereniging of stichting met verschillende werkgroepen. Vanaf eind 1992 hebben we daar serieus werk van gemaakt. In het voorjaar van 1993 kwamen de aspirant bestuurders van de nieuw op te richten Stichting Oase voor het eerst in de Heimanshof in Hoofddorp bijeen. Op 3.9.93 werd Stichting Oase officieel opgericht. De Landelijke Werkgroep kon op dat moment trots een aardige bruidsschat overhandigen, zowel in de vorm van geld (ca. 10.000 gulden) als een voorraad gidsen (2e druk!) en de nodige goodwill die ondertussen was opgebouwd.
De actieve leden van de Landelijke Werkgroep (die opgeheven werd na de oprichting van Stichting Oase) zijn op verschillende manieren betrokken gebleven bij Stichting Oase; Wim Niemantsverdriet was in de beginfase van het tijdschrift mede-redactielid en zette zich sterk in voor de op te richten werkgroep voor heemtuinbeheerders. Later zou hij ook nog veel goed werk verrichten voor de eerste Heemtuingids in kleurendruk (uitgegeven in 2002). Marc Houben besloot het penningmeesterschap voor de LWHNT voort te zetten in Stichting Oase. Een rol die hij nog vele jaren prima heeft vervuld. Ook de andere pioniers bleven nauw betrokken. Door bijvoorbeeld excursies mee te organiseren, artikelen te schrijven en ervaringen te delen.
We nodigden onze ‘Oasevrienden-avant-la lettre – van het eerste uur’, 5 jaar na de oprichting van de Landelijke Werkgroep Heem en Natuurtuinen (oktober 1995) uit naar Beuningen, waar we ondertussen toch iets van een ‘Landelijk Steunpunt’ van de grond hadden gekregen!