Na het actie-onderzoek ‘Leven met Verschillen’ groeide de behoefte aan verbreding van de groep mensen die zich gezamenlijk voor ‘meer ruimte voor natuur en kinderen’ wilde inzetten. We beseften dat het om meer ging dan vergroening van schoolpleinen, waar de beide onderzoeken ‘Bloeiend en boeiend’ en ‘Leven met verschillen’ zich vooral op gericht hadden. Naast verbreding van de locaties hadden we ook verbreding van beroepsgroepen op het oog. Daarbij dachten we in eerste instantie vooral aan ontwerpers van natuurrijke plekken voor kinderen en aan NME-medewerkers die dit graag wilden faciliteren. Op 17 februari 2001 vond in Beuningen een eerste kennismakingsbijeenkomst plaats, waarvoor we William van den Akker (NME Het Dijkmagazijn, Beuningen); Kees Both (groene pedagoog, Hoevelaken), Matthijs de Gruijter (toen De Botte Spijker, Rotterdam), Paul Janssen (CNME Maastricht), Sigrun Lobst (Aardrijk, Rotterdam, ontwerpster) en Marleen van Tilburg (Buitenkans, Vught, ontwerpster) uitnodigden. Met hen overlegden we over inhoud en vorm van het gewenste netwerk en welke mensen we er nog meer bij wilden betrekken. En we organiseerden samen de eerste netwerkbijeenkomst in Rotterdam op 28 en 29 september van dat jaar. Er zouden nog vele bijeenkomsten volgen, die vanuit deze groep pioniers werden georganiseerd. Vanuit deze club kwam ook de definitieve keuze van de naam Springzaad tot stand op 01.11. 01. Vooral dankzij Kees Both kwam er een hele reeks publicaties op gang in diverse vaktijdschriften. Na de oprichting van het netwerk Springzaad zijn we ook begonnen met het aanvragen van subsidies om het ontstane en snel groeiende Springzaadnetwerk te kunnen faciliteren met een website, een nieuwsbrief, een handboek e.d.
We waren uiteraard blij dat een van die subsidieaanvragen werd gehonoreerd (project Springzaad in het kader van de Regeling Draagvlak Natuur van het Ministerie van LNV). Het bleek lastig een vorm te vinden die zowel het gewenste tempo er in hield als voldoende recht deed aan onderlinge samenwerking. Door het schrijven aan het boek Vrij Spel voor Natuur en Kinderen en het Springzaad inspiratiekoffertje liepen we (te) ver voor de troepen uit. Dit veroorzaakte – achteraf begrijpelijk – enige onvrede die we graag hadden willen vermijden. Ondanks een aantal verhelderende gesprekken lukte het niet een nieuwe vorm te vinden voor de groep pioniers die zich inmiddels ‘kerngroep’ noemde. Wel hebben we met allen individueel ook hierna op een positieve manier samengewerkt.