Rond Willy’s verjaardag, aan het begin van de Corona pandemie, 28 februari t/m 3 maart 2020, bezochten we het Bergische Land en de Poort naar het Sauerland, Hagen. Drie steden en een heel beroemde vallei. In de namiddag van 28 februari arriveerden we vanuit Texel, via Amsterdam, Utrecht, Düsseldorf op het verrassend moderne station van Wuppertal. Ons hotel lag letterlijk op een steenworp afstand van het station en nog dichterbij een halte van de wereldberoemde Schwebebahn!



Uit ons reisverslag:
Aardige ontvangst in het hotel en, heel handig voor ons: we ontvingen twee gratis OV-pasjes voor alle vervoersmiddelen op de geboekte dagen en voor de ruime regio. Fantastisch! De kamer bleek ook heel gunstig te liggen t.o.v. de nabije Wupper en de beide stations: geen ongewenste geluiden, prima geslapen. De eerste rondgang in de stad viel ons ook niet tegen; veel reliëf, altijd spannend. Met de bus dan naar het Skulpturenpark Waldfrieden, een park en villa met een bewogen geschiedenis. In Café Podest, behorend bij het museum, aten we een lekkere linzendahl en soep, en lieten we ons twee frisse, lekkere pilsjes schenken.


Maar dan, een typisch Duits probleem: onze bankpasjes werkten niet… shit. Gelukkig was de baas van het café zo royaal ons gewoon een factuur uit te schrijven en op latere betaling te vertrouwen. Hetzelfde gold even later voor de film (in een propvolle zaal…) die ons in eerste instantie naar Wuppertal gelokt had: over het leven en werk van M.C. Escher. Indrukwekkend! Ook zij vertrouwden op onze eerlijkheid! Al tijdens de film begon het heel hard te plenzen… een jong stel nam ons vanaf het parkeerterrein tot bijna aan ons hotel mee. Al heel veel beleefd tussen 16-22 uur!
29 februari 2020: Voor ons beiden de 17e keer dat februari een dag langer duurde dan andere jaren. Voelt altijd als een cadeautje! Na een aardig ontbijt in het nabije station eindelijk de Schwebebahn in: fenomenaal, schitterend full-glas uitzicht. Erg dwaas zo’n modern zwevend metrostel hangend onder een oude ijzeren constructie boven iets tussen een grote beek en een kleine rivier met behoorlijk wild water en soms zelfs ruige oevers, maar toch midden door de stad. We zijn een beetje rondgewandeld bij de eindhalte, Ober-Barmen. Weer terug naar het centrale station en daarna wandelden we tot de in ieder geval in Wuppertal befaamde Luisenstrasse, een ‘hippe straat in wording’ met leuke restaurants, kroegen, winkels, stadsgroen e.d. Bij een fraai pand uit de Gründerzeit met een compleet ‘groen-feest-voor-het-oog-gevel’ een laat ontbijt als lunch genoten. Katzengold, aan te bevelen! Gesterkt vandaar de wijk ingeklommen tot aan de 2,4 km verderop gelegen Botanische Tuin. Onderweg veel fraaie Gründerzeitgevels op geaccidenteerd terrein. Toen we de Botanische Tuin bereikten, hadden we beiden trek in iets te eten en te drinken, en vooral ook zin in een pauze op een mooie plek.






Aan de rand van de mooi gesitueerde Botanische Tuin ontdekten we Restaurant Elise, laagdrempelig, gezellig; dezelfde ideeën als de twee dames van “Inn de Knip” in het Texelse Den Hoorn (spijtig genoeg zijn Irene en Janien in de zomer van 2022 gestopt met hun unieke restaurant): overal om je heen gekke huisraad die je ook nog grotendeels kon kopen! Na een lekkere soep werd het tijd om naar een bijzondere lezing over ‘alles wat u ooit over dennenappels uit de hele wereld wilde weten’ te luisteren. Een oude apotheker en zijn vrouw die hun leven aan ondertussen 408 verschillende soorten (in een extreme waaier!) “Zapfen” wijdden. Letterlijk uit de hele wereld. Cadeaus vooral, vertelden ze, want “ach, neem toch vooral dennenappels mee” werkte bij velen. De Botanische Tuin stelde hen daarvoor een sfeervol ruimte in de Elisenturm ter beschikking met als tegenprestatie af en toe meer over hun liefhebberij te vertellen. Via de mooie winterse tuin gingen we terug naar de Wupper en dan weer zwevend naar ‘huis’. Ergens tussendoor kochten we bij een kraam twee reuze, machtige arancini’s – te veel nostalgische herinneringen aan Sicilië… Onderweg nog wat aanvullingen gekocht: Parmezaanse kaas, wijn, fruit en in het hotel genoten: gewoon te moe om nog weer uit te gaan eten.
1 maart: Op Willy’s verjaardag wilden we graag naar buiten, de natuur in, maar ook cultuur beleven: dus met de S-Bahn tot het dorp Hochdahl. Een aansluitende wandeling van 1,6 km bracht ons via de dorpsrand door een bosrijk beekdal – het Neandertal – tot het moderne Neanderthaler Museum. Fraaie architectuur, binnen en buiten, moderne media exposities over 4 miljoen jaar mensheidsgeschiedenis (de moderne, zakelijke, natuurwetenschappelijke, open minded aanpak beviel ons goed). Na twee uur rustten we, na een informatieve tour, aan het einde van de spiraalvormige klim naar boven in de uiterste hoek van het gebouw uit met zicht op een hellingbos: een mooie sfeer en precies op tijd iets te eten en te drinken!









Daarna rustig en droog (regen dreigde de hele dag) langs de Düssel (hier een mooie, wild stromend beek door het dal) over een heuveltop met prettige vergezichten gewandeld (deed ons denken aan Beek-Ubbergen, alleen nog meer geaccidenteerd, tot we aan de rand van het bos(park)landschap weer het station Hochdahl-Millrath bereikten. Na een korte pauze ’thuis’ bereikten we net op tijd een gesprek tussen de Zimbabwaanse kunstenaar Samuel Gowelo en Charles Petersohn op de beeldententoonstelling in het Kukuna-gebouw (Kunst-Kultur-Natur, dat sprak ons natuurlijk aan). Mooi om zo’n serieus gesprek tussen een Afrikaanse beeldhouwer en een Duitse musicus 3/4 uur te beluisteren. Dat beleef je in Nederland hoogstens via de radio. Uiteraard hebben we daarna ook nog naar de beeldententoonstelling, het gebouw, en de fraaie ligging langs de Wupper gekeken. En voor de kleur- en vormrijke groene tuin moeten we nog een keer terugkomen.



Van hier wandelden we anderhalf kilometer langs de Wupper tot een andere wijk. Tegen 17 uur arriveerden we op de derde culturele locatie van deze verjaardag op een zondag: Café Ada, een heel groot restaurant/annex muziekzaal van geëngageerde Turkse eigenaren.



Ada (Eiland) heet ook de vereniging die de muzikale ontmoetingen etc. in de wijk organiseert. Mooie plek, levendig, intercultureel! De muziek op Willy’s verjaardag beviel minder: jazz, maar dan meer van het genre “Amerikaanse amusementsmuziek van voor WO II”. Grappig genoeg voelden we ons met opgeteld 134 levensjaar nog te jong voor het gebodene en wandelden na een prima maaltijd richting het uitgangsleven, de Luisenstrasse. Het Swane Café, oud bedrijfsterrein, sfeer krakersbeweging rond de eeuwwisseling op een druilerige zondagavond. Stil, een leuke plek voor twee oudjes om met twee flinke biertjes na te praten. Ondanks af en toe regen toch een aardige culturele dag waarop veel is gebeurd.
2 maart: Uitgeslapen, ontbijt op het nabije station voor we met de regionale trein naar Hagen, een ons tot dan toe onbekende grote stad aan de rand van het Ruhrgebiet, reisden. 30 km ten NO van Wuppertal gelegen en bekender bij de familie van Lier dan bij de Leufgen’s: het was de stad waar onze (schoon)vader Cor destijds 76 jaar geleden als dwangarbeider te werk gesteld was. Dankzij wat kleine zwart-witfotootjes uit die tijd hadden we een aantal locaties in gedachten die we graag zouden willen bezoeken. Het begon met het station: dat stond er nog, gerestaureerd in zijn oude glorie. In de oude hoofdhal zagen we zelfs een paar schijnbaar onschuldige oude reclames. En ook de uitzichten vanaf de perrons op de nabije heuvels leken ons tijdloos. We wandelden – na een korte koffiepauze in de stationswijk – langs het snelstromende riviertje de Volme via een aardige promenade tot aan de rand van de grotendeels naoorlogse binnenstad. Naar dezelfde stroomversnellingen als wij zal Cor met meer verwondering gekeken hebben (Rotterdamse stadsjongen, toen nog zonder reiservaringen). Ook nog uit de oude tijd: de facade van het oude stadhuis en de St. Josef Kirche, waar hij ’ter kerke ging’. Bij de ingangsdeur hing een tekst met een foto van in de oorlog, exact dezelfde als onze kleine referentie… De toren van na de oorlog was duidelijk kleiner en anders herbouwd. Verder bleek het een stad met veel veerkracht, veel geslaagde, ruime nieuwe straten, pleinen, winkels en terrassen.







Zeker geen arme industriestad van weleer. Opvallend intercultureel; dat gold trouwens ook voor Wuppertal en Solingen. Even terug naar ons hotel voor een korte siësta voor we begonnen aan een tweede tour langs de steden Remscheid en Solingen met een spectaculaire treinreis over de 107 m hoge metalen Müngstener Brücke uit de tijd van de Eiffeltoren. In een flits waren we over de brug en hadden we heel even een prachtig uitzicht over het dal van de Wupper. Die brug is vanuit het dal zeker nog imponerender!



In Solingen zijn we vooral de aardige winkelstraat met veel huizen van het begin van de 20ste eeuw op en neer gelopen. Regen deed ons besluiten om weer terug te gaan naar Wuppertal, waar we uiteindelijk in een Turks restaurant, Troja, in een aangename sfeer lekker gegeten hebben. Dat het Bergische Land als regenrijk bekend staat konden we ook vandaag niet ontkennen. Onze op zich fijne dagen eindigden een beetje bezorgd omtrent verkoudheid of erger i.v.m. de wereldwijd groeiende hysterie over het coronavirus. Ondertussen weten we dat we destijds nog een hele tijd niet besmet zouden raken…