Al ruim voor de oprichting van Stichting Oase waren we actief betrokken bij het thema meer ruimte voor natuur en kinderen. Eigenlijk al rond 1980 in Hamburg, bij ons werk op de Abenteuerspielplatz. Ook daar waren we ons er al zeer sterk van bewust dat aandacht voor natuur (en de versterking van de biodiversiteit op de speelplaats) juist ook voor deze grootstadskinderen van groot belang was.
Bij ons heemtuinwerk in Heemtuin Muntendam (1986-1988) speelde educatie een belangrijke rol. Natuurlijk waren individuele kinderen welkom als bezoekers op de Heemtuin, ook, graag zelfs, om actief mee te doen bij ons werk. Maar voor scholen leek het ons beter om leerkrachten op de heemtuin met simpele middelen te laten ervaren hoe ze zelf in de directe schoolomgeving aan NME konden doen. Dichtbij en iedere dag die zich daarvoor leent! Maar we beseften toen nog niet genoeg dat er dan ook iets bij die scholen zelf moest gebeuren, anders moest je als leerkracht wel heel veel fantasie hebben om de kinderen op die grijze tegelpleinen inspirerende natuurervaringen op te laten doen!
Ons bezoek aan Alex Oberholzer in Solothurn (Zwitserland) in juli 1989 was wat dat betreft een ware eye-opener: we zagen met eigen ogen wat hij als biologiedocent op een PABO voor elkaar had gekregen: niet alleen de PABO tuin zelf was heel biodivers en leerzaam, maar het feit dat zijn studenten daardoor het groene licht hadden gezien, had voor een hele reeks speelse en groene schoolpleinen in de wijde omgeving gezorgd. We bezochten ze samen met hem en met hoveniers die hij de kneepjes van het ‘schoolgroenvak’ bijbracht. Nog zo’n vondst!
In 1991 schreef Marianne een artikel over een van de bijzondere elementen in deze Zwitserse schoolnatuurtuinen, de grasbank.
Ons enthousiasme was gewekt. We vroegen ons af of er ook in Nederland schoolnatuurtuinen waren. Zonder internet was dat natuurlijk lastiger om te vinden. Maar dat lukte wel, dankzij onze verbeterde contacten in het NME-wereldje. Met name de omgeving van Zwolle bleek door de inspanningen van Natuur en Milieu Overijssel heel wat te bieden te hebben. De schooltuin die op dat moment de meeste indruk op ons maakte, OBS de Werkschuit in Zwolle, vonden we in datzelfde eerste Oase jaar (1991) ook zeker een artikel waard.
In het voorjaar van 1990 werden we gevraagd deel uit te gaan maken van een Werkgroep Schoolnatuurtuinen. En, in het verlengde daarvan de Werkgroep HIK (Herinrichting Kinderwerktuinen). Zo raakten we steeds intensiever betrokken bij dit thema.
Vanaf 1991 verlegden we onze aandacht naar openbare heem- en natuurtuinen. Maar ook toen bleef het thema educatie belangrijk. Dit leidde tot de organisatie van een eerste Oase themaweekend op 9 en 10 oktober in Nijmegen e.o. ‘Heemtuinen en natuureducatie’, met voordrachten van onder meer Marjan Margadant en Luc Hopkooper (NME Rotterdam) en een excursie naar de Educatieve Natuurtuin Goffert. De ca. 30 deelnemers, voornamelijk mensen die betrokken waren bij de educatieve activiteiten op hun heemtuin, bleken wel behoefte te hebben aan meer van dergelijke bijeenkomsten, maar de tijd leek nog niet rijp te zijn voor de oprichting van een netwerkgroep. We vonden het belangrijk dat de initiatiefnemers van zo’n groep uit een bredere groep dan alleen uit heemtuinen zouden komen. We wilden er ook graag NME-ers en groene pedagogen, leraren en onderwijzers bij betrekken. In de bloemlezing die we bij die gelegenheid uitgaven staan 16 educatieve artikelen en 2 boekbesprekingen. Geen slechte oogst na 2,5 jaar tijdschrift Oase!
Er kwam ook bij andere organisaties meer belangstelling voor het thema. We werden gevraagd bij verschillende studiedagen en symposia (dia-)lezingen over het thema ‘schoolnatuurtuinen’ te geven, o.a. in Brugge op de NME Werkconferentie ‘Natuureducatie in de gebouwde omgeving’ (september 1994).
In de jaren daarna bleven we het onderwerp met belangstelling volgen en merkten we ook dat de randvoorwaarden voor een natuurpedagogische netwerkgroep steeds gunstiger werden. We kenden, door de opkomst van Wilde Weelde, steeds meer ecologische ontwerpers en hoveniers die in staat zouden moeten zijn om natuurspeelplaatsen te realiseren. Dat was een geruststellend idee!
Zo betrokken we ‘ecotect’ Willem Iven graag bij twee schoolnatuurtuinprojecten waarvoor ons advies gevraagd was om tot een ecologisch, educatief en esthetisch interessante buitenruimte te komen: de St. Jozefschool in Den Dungen (Noord-Brabant) en Een Slingertouw in Nijmegen. Onderwijzer en initiatiefnemer Nol Trum beschreef in deel 1 en deel 2 rond de millenniumwisseling in Oase hoe de educatieve natuurtuin van de St. Jozefschool tot stand was gekomen en hoe hij gebruikt werd. Ook over de ontwikkelingen bij Een Slingertouw verscheen een interessant artikel in Oase.
Twee onderzoeksprojecten: Bloeiend en Boeiend en Leven met verschillen
In 1997 kwam het tot een nieuwe impuls door een initiatief van Marjan Margadant (op dat moment buitengewoon hoogleraar NME) en Kees Both (vanuit zijn werk bij het CPS – Christelijk Pedagogisch Studiecentrum), die ons bij een project getiteld Een groene school: schoolterrein en natuur- en milieueducatie, een impuls voor het basisonderwijs, wilden betrekken. Het eerste deelonderzoek ‘Bloeiend en boeiend“, uitgevoerd door de biologiestudenten Anneke van Rhijn en Paula van Lith, leidde tot het rapport Schoolnatuurtuinen, een case study, dat een bescheiden bestseller werd. Er kwam, op initiatief van het CPS ook een vervolgonderzoek. Dit keer bedacht Kees Both hiervoor de titel “Leven met Verschillen” (1999-2000). Dit onderzoek werd uitgevoerd door Dieuwke Hovinga en Corine van den Berg. De gelijknamige publicatie zorgde voor veel enthousiaste reacties. Dit bleek de directe aanleiding voor de oprichting van de al zo lang gewenste natuurpedagogische netwerkgroep, die vanaf 10.11.01 Springzaad zou gaan heten.
In dezelfde periode (rond de eeuwwisseling), dus nog voor de oprichting van Springzaad, waren we ook betrokken geraakt bij de plannen voor een nieuwe educatieve natuurtuin bij De Schoolsteeg, het NME-centrum in Leusden en de omvorming van bouwspeelplaats De Botte Spijker in Rotterdam tot de Speeldernis. Heel interessant vonden we het ook om mee te mogen denken bij de inrichting van een educatieve tuin bij PABO Edith Stein in Hengelo. Dit herinnerde ons aan onze belevenissen in Zwitserland, 10 jaar eerder bij de PABO in Solothurn waar we de potenties van juist deze locatie – bij een PABO – hadden gezien.
Werkgroep Herinrichting Kinderwerktuinen (HIK)
Onderzoeksproject Bloeiend en boeiend
Onderzoeksproject Leven met Verschillen