Haast 16 jaar samen wonen en werken met een fijne groep creatieve zielen
Vooraf: Een korte geschiedenis van het nonnenklooster (1879 – 1971)
De geschiedenis van het klooster in Beuningen startte op 20 juni 1879,
toen vanuit het moederhuis in Tilburg de zusters Alouise, Adrienne, Leonella en Sandolpha naar Beuningen verhuisden. Zij maakten deel uit van de Congregatie Zusters van Liefde uit Tilburg. In 1879 werd begonnen met de bewaarschool met 22 kleuters, een aantal maanden later gevolgd door de taalschool voor de oudere kinderen. Op deze onderwijstaak van de nonnen werden wij later nog regelmatig door oudere dames die ons bezochten aangesproken. Eerlijk gezegd hopen wij dat er na onze tijd (na 2009) milder en aardiger over onze inbreng op deze mooie plek gepraat en gedacht zal worden… In 1913 werd het werkveld van de nonnen nog uitgebreid met bejaardenzorg: Henricus Mulders nam op 81 jarige leeftijd als eerste zijn intrek in het oude mannenhuis achter het hoofdgebouw. In 1971 viel het doek voor het klooster, met de komst van bejaardencentrum de Alde Steeg werd de voornaamste taak overgenomen van de zusters. Een kleine eeuw intensieve katholieke zorg en emancipatie gingen teneinde. In 1971 vertrokken de nonnen weer naar Tilburg en kocht de vader van de huidige eigenaresse, Cobi van Hemmen, het pand. Als directe buren van het kloostercomplex hadden dhr. van Hemmen en zijn familie vooral belang bij de grond, maar hij moest de gebouwen erbij kopen en dat heeft hij uiteindelijk toen ook gedaan.
Op zoek naar een nieuwe bestemming
De eerste jaren woonden er studenten in het pand maar dat was vanwege de te grote afstand naar Nijmegen geen groot succes. Na het overlijden van hun vader in 1979 werden Cobi en haar broer Hans van Hemmen eigenaar. Hans was kunstenaar, en al snel ontstond er het idee het pand te bestemmen als woon- en werkruimte voor mensen met een creatief beroep. Het tweetal richtte Stichting Klooster op en in een geduldig proces werden uiteindelijk 19 appartementen en woningen en twee ateliers – aan de tijd aangepast – gerealiseerd.
Cobi van Hemmen werd na het overlijden van haar broer alleen eigenaresse en voorzitter van de beheersstichting. In totaal woonden er in de tijd-na-de-nonnen gemiddeld 25 mensen in de gebouwen. Ook huisvestte het complex tot op heden Galerie De Nieuwe Gang, al ruim 40 jaar een door kunstenaars gedragen initiatief! Met De Nieuwe Gang hadden we een zeer intensieve relatie: wij stimuleerden elkaar en deelden letterlijk en figuurlijk veel ruimte met elkaar. (Historische gegevens deels overgenomen van internet).
Dankzij 4 publicaties en 2 kartonnen doosjes met memento’s van de exposerende kunstenaars hebben we thuis in onze bibliotheek nog voldoende tast- en zichtbare herinneringen aan galerie De Nieuw Gang.
Binnen onze periode maakte – enkele jaren – nog een andere organisatie deel uit van het klooster: de door ons evenzeer gewaardeerde directe buren van Stichting Vluchtelingenwerk Beuningen. Indirect danken wij onze vriendschap met Karim Muhyaddin aan deze organisatie, en de regelmatige ontmoetingen met een kleurrijke, vriendelijke groep mensen die nieuwsgierig was naar ons en onze tuinen en er troost en erkenning in vonden. Zij herkenden en waardeerden kardoenbloemen, ons vijgenboompje in de voortuin, het mooie, weelderig bloeiende en vruchtdragende kweeperenboompje, de gele kornoeljes in de Oasetuin waar zij de ‘kersen’ van oogsten, de geurende klimrozen etc. en vierden graag feesten met ons samen!
1993 – 2009: bijna 16 jaar samenwonen en -werken in de voormalige ruimtes van de Zusters van Liefde
Ons vertrek uit het Gelderse Beuningen is, nu we dit schrijven, al bijna weer net zo lang geleden als de tijdspanne die we sindsdien op Texel wonen (sinds maart 2009). Toen we probeerden te achterhalen wie er in die periode 1993 – 2009 ook nog allemaal minstens een tijd lang in het klooster woonde en werkte kwamen we in totaal op 45 mensen. Beeldend kunstenaars vooral, maar ook muzikanten, een componist, dichters en denkers, een cabaretier, fotografen en acteurs. Met de meesten van hen deelden we al die tijd niet alleen zeer diverse, unieke ruimtes maar uiteraard ook vele ontmoetingen en activiteiten. We zelf voelden ons maar even een vreemde eend in deze creatieve vijver. We beseften al gauw dat we de Oasetuin nooit en te nimmer in zijn toenmalige vorm en uitstraling hadden ontwikkeld zonder de creatieve sfeer en tolerantie om ons heen. Andersom bleek en bleef de Oasetuin ook waardevol als complementaire, contemplatieve ruimte voor de kunstenaars en de bezoekers van beeldentuin De Nieuwe Gang. Dat geldt zeker ook voor het lemen tuinpaviljoen, dat na onze tijd mede dankzij onze voormalige buurvrouw, singer-songwriter Marike Jager, een inspirerende ruimte bleef en tegenwoordig als ruimte voor een artist in residence dient.
Herinneringen aan de gemeenschappelijke tuin…
De gemeenschappelijke tuin (in de noordwest hoek van het vm. kloosterterrein, bijna even groot als de Oasetuin) bood in onze periode vooral ruimte aan recreatie voor de gemiddeld 25 bewoners en hun bezoekers, speelruimte voor de kinderen die er woonden en op bezoek kwamen, een boomgaardje, een ruime kippenren, een grote vuurplek, compostruimte, houtstapelingen, een strook moestuinen en allerlei overgangen naar de beeldentuin, de aangrenzende privétuinen en het vm. varkenshok midden in de tuinen, omgebouwd door Luc, een van de medebewoners.
… en de overige bewoners
Wie onze items Oasetuin, Voorgeschiedenis Oasetuin, Aanleg Oasetuin, Vlinderheuvel, Lemen paviljoen, De Oasetuin in fotoseries, Voortuin en Verhalen uit de Oasetuin leest en bekijkt krijgt een gedetailleerde indruk van alle kloosterbewoners die in ons Oaseverhaal een belangrijke rol speelden: Henk Hage en Karim Muhyaddin (de een tot aan zijn dood 2.8.2022, de andere vanaf de eeuwwisseling tot heden) zijn de beide hoofdrolspelers: je komt deze beide vrienden opvallend vaak en intensief op deze website tegen. José Seeling, eindverantwoordelijke voor de exposities in De Nieuw Gang en medeverantwoordelijk voor het groenbeheer van de beeldentuin, zoals het knippen van de hoge taxusheggen om de beeldentuin heen, de buxusbollen aan de rand van de tuin en het maaien van het gazon, zijn we dankbaar voor de langdurige goede samenwerking. Ook de feesten die we o.m. in de beeldentuin organiseerden lukten mede dankzij deze goede coöperatie. Met José bindt ons ook nog een ongelofelijke ontmoeting midden in het drukke centrum van Galway, Ierland in de zomer van 1995. Puur toevallig…
Bij langdurige projecten en eenmalige feesten (een half dozijn in de Beuningse periode) van Stichting Oase waren ook altijd kloosterbewoners actief. Bijna iedereen was dan aan te spreken op een helpende hand. Sommigen werkten korte of langere tijd veel intensiever met ons mee: Saskia Ellinger vooral bij het leembouwen; Ineke Schaars als fotografe en filmer van de prille tuinontwikkelingen en -veranderingen; Michèl Schutte als bouwer van het publicatiebord bij de ingang en fantasievolle tafels cq. een publicatiebord in de Oase-informatiewinkel; de Nijmeegs-Portugese fado-band Quatro Ventos werd bijna een vertrouwd Oase-geluid met hun twee leden die jaren in het klooster woonden: pianist en zanger Rood Adeo en contrabassist Bob Wisselink, onze buurman. Zijn vrouw, Alice Jetten was altijd aan te spreken voor ondersteuning en mooie ideeën in de feestsfeer en realiseerde op verzoek een unieke donatie-pot; Saskia Deurvorst verraste ons vaker met prachtige boeketten uit eigen tuin en bij kinderactiviteiten, ook buiten het klooster; Els Jansen ontroerde ons bijzonder tijdens haar bewegingsvoorstelling Mikado in de gemeenschappelijke tuin t.g.v. het zomerfeest 10 jaar Stichting Oase; met schrijver, musicus en beeldend kunstenaar Nico Huijbregts verbonden ons spontane tuingesprekken over de ´heg´ vanuit zijn moestuin grenzend aan de Oasetuin en een mooie tip voor een verblijfsadres in Berlijn; Ruud Harmsen, aan wie de Oasetuin zeer veel creatieve ingevingen en realisaties te danken heeft, woonde voor onze tijd ook in het vm. klooster. Denk aan de gebogen stenen brug en de bakstenen stoepa in de Oasetuin, de vloer inclusief het vloermozaïek in het midden van het lemen paviljoen, de recyclingmuur bij het paviljoen enz.
Lofzang op de omgeving
Afsluitend hoort hier ook nog een lofzang op onze omgeving: het was altijd heerlijk om even wandelend of fietsend de ruim een kilometer lange afstand over de Kloosterstraat tot de Waal en de Waalbandijk te overbruggen: ruim halverwege de dijkoprit opende zich al het weidse zicht over een prachtige rivier met een in de loop der jaren zich steeds fraaier ontwikkelend natuurgebied langs de oevers. Lees hier meer over de schoonheden en aantrekkingskracht van het Land van Maas en Waal resp. het Rijk van Nijmegen, onze reuze achtertuinen! En direct in ons uitzicht was er dan nog een dubieuze ruimte: soms aanleiding tot vluchtneigingen vanwege te veel lawaai tijdens de kermis, maar ook heel soms iets avontuurlijks, zoals circussen en de start van ballonvaarten.