Op 29 september 1997 ontmoetten we Kees Both op zijn toenmalige werkplek op het Christelijk Pedagogisch Studiecentrum (CPS) in Amersfoort om over een gezamenlijk op te zetten en uit te voeren project te praten, getiteld ‘Een groene school – het schoolterrein als leerlandschap voor NME – een impuls voor het basisonderwijs’. Kees had al vóór die eerste bijeenkomst een concept-projectplan geschreven, zodat we snel ter zake konden komen. Hier wilden we graag een bijdrage aan leveren! Omdat het niet op korte termijn lukte voor het complete plan (d.w.z. inclusief een handboek, conferentie, een aanmoedigingsprijs en een videoband) financiering te vinden, besloten we te beginnen bij een onderzoek naar succesvolle schoolpraktijken. Twee biologiestudenten, Paula van Lith en Anneke van Rhijn bleken geïnteresseerd om als micro- en mesostage binnen hun deelopleiding NME, praktijkbeschrijvingen te maken van een aantal scholen die in het bezit zijn van een schoolnatuurtuin. Door ons eigen onderzoek in 1990 en de contacten die we sindsdien via Oase hadden in de wereld van de groene schoolpleinen, kwamen we samen met de studenten en de andere leden van de begeleidingscommissie (met name Kees Both en Marjan Margadant) tot de keuze van de volgende vijf scholen:
- O.B.S De Lytse Jonker in Jonkersland (Fr)
- O.B.S. Prinses Marijke, Arnhem
- B.S. Sint Jozef, Den Dungen
- Dr. W.A. Visser ’t Hooftschool, Amsterdam
- O.B.S. De Werkschuit, Zwolle
Dit was een mooie mix van kleine en grotere scholen, gelegen in steden en dorpen, goed verspreid over Nederland. De hoofdvragen die Anneke en Paula zouden gaan onderzoeken waren:
- Hoe is de ontwikkeling van de schoolnatuurtuinen van vijf Nederlandse basisscholen tot stand gekomen?
- Hoe beheren en gebruiken deze scholen hun schoolnatuurtuin?
Wij konden in het voormalige klooster in Beuningen waar we woonden en werkten, voor de studenten een werkplek regelen, waardoor de begeleiding soepel verliep. Na een oriënterend bezoek aan de Sint Jozefschool in Den Dungen om hen een beeld te geven van een groen schoolterrein, leek het ons ook goed om gezamenlijk een aantal ‘gewone’ schoolterreinen te bekijken. Bij wijze van referentiebeelden.
Anneke en Paula gebruikten tijdens hun onderzoek een kijkwijzer, met aandachtspunten voor observaties en interviewvragen voor leerkrachten en kinderen. De informatie die dit opleverde verwerkten ze tot goed leesbare verhalen over de vijf schooltuinen, gelardeerd met letterlijke citaten uit de interviews en foto’s. Deze beschrijvingen vormen de kern van het rapport ‘Schoolnatuurtuinen in het basisonderwijs’. Ze geven een goed beeld van hoe de groene schoolterreinen door leerlingen en leerkrachten ervaren en gebruikt worden. Een waardevolle analyse van hun bevindingen is te vinden in hoofdstuk 4 van dit rapport.
Het onderzoeksrapport Schoolnatuurtuinen in het basisonderwijs is door Anneke en Paula gepresenteerd aan medestudenten en docenten. Via onze informatiewinkel in Beuningen zijn tientallen gekopieerde exemplaren verstuurd aan (vooral) NME-centra en ontwerpers, ook in Vlaanderen.