In het onderzoeksproject Leven met verschillen (1999) werd geprobeerd het begrip biodiversiteit handen en voeten te geven op basisscholen. Schoolnatuurtuinen leken daarvoor een goed middel, daar kon biodiversiteit immers concreet zichtbaar worden gemaakt. Stichting Oase werd gevraagd deel uit te gaan maken van het onderzoeksteam, dat verder bestond uit Kees Both (toen werkzaam bij het CPS (Onderwijsontwikkeling en advies) en de Leerstoel NME aan de universiteit Utrecht met Marjan Margadant als hoogleraar en Corinne van den Berg en Dieuwke Hovinga als participerende medewerkers.
Actieonderzoek op drie scholen
Er werden drie scholen bereid gevonden aan dit onderzoek mee te werken: de Jozefschool in Den Dungen, die ook betrokken was bij het inventarisatieonderzoek Bloeiend en boeiend, Jenaplanschool De Lanteerne/Stichting Een Slingertouw in Nijmegen en de Da Costaschool in Rotterdam Zuid.
De verschillen tussen de drie scholen waren heel groot:
- de Jozefschool, een traditioneel katholieke dorpsschool in het Noord-Brabantse dorp Den Dungen, in het bezit van een kort daarvoor gerealiseerde prijswinnende schoolnatuurtuin.
- de qua leerlingenaantal bijzonder grote Nijmeegse Jenaplanschool De Lanteerne, waar naast het nabij gelegen gebouw van Een Slingertouw in de onderzoeksperiode een schoolnatuurtuin zou worden gerealiseerd.
- en de uitgesproken multiculturele Rotterdamse protestantse Da Costaschool, waar een groot ruimtegebrek was, zowel binnen – kinderen zaten op de gang te werken – maar vooral buiten. Er was niet eens een speelplaats. Alleen de onderbouw had nog iets dat daarop leek; de kinderen speelden op de stoep. Maar de school lag wel vlakbij het Afrikaanderplein met haar botanische tuin.
Mede vanwege die grote verschillen werd door het team gekozen voor actieonderzoek, dat gebaseerd zou zijn op de vragen/behoeften van de scholen, die uiteraard net zo verschillend waren als hun omstandigheden.
Nol Trum (Jozefschool) wilde met name onderzoeken hoe hij zijn collega’s meer bij de tuin kon betrekken, en hij had ook behoefte aan bijpassend lesmateriaal. Op de Lanteerne wilden ze uitzoeken hoe zij gebruik zouden kunnen maken van de nieuw aan te leggen tuin rond Een Slingertouw (jaarrondprogramma) en wat daar nog extra voor nodig zou zijn. En de Da Costa school wilde graag uitzoeken of en zo ja hoe zij gebruik konden gaan maken van de natuur in hun directe omgeving. Met name de Botanische tuin op het Afrikaanderplein was natuurlijk een pareltje van biodiversiteit.
Resultaten van dit onderzoek
Een jaar bleek in de praktijk een te korte periode om de gehoopte resultaten te bereiken. Het eindrapport verscheen daarom onder de titel ‘Op weg naar leven met verschillen’. We waren ons er goed van bewust dat dit jaar niet meer dan een aanzet was geweest. De keuze voor actieonderzoek was weliswaar heel bewust genomen, maar juist deze vorm van onderzoek vergt, als je het goed wilt doen, heel veel tijd.
De resultaten van het onderzoeksproject Leven met verschillen werden door Kees Both als volgt samengevat in het eindrapport:
- Er is een vertaling van het basisdocument ‘Biodiversiteit als leergebied’ (Van Weelie/Wals, 1998) gemaakt voor het basisonderwijs. Daarvan zijn twee versies geproduceerd: een uitvoerige versie (opgenomen in het eindrapport) en een korte en gepopulariseerde versie in de vorm van een nieuwsbrief.
- Er zijn mogelijkheden aangegeven om recht te doen aan verschillen tussen leraren, via verschillende contexten of invalshoeken voor educatie over biodiversiteit (o.a. door gebruik te maken van prentenboeken als invalshoek).
- Er zijn gevalsbeschrijvingen waarin processen en inhouden beschreven worden en waaraan andere scholen zich kunnen spiegelen.
- In twee van de drie scholen heeft ‘Leven met verschillen’ gevolgen voor hun schoolplan, zelfs voor hun pedagogische concept.
- Er zijn bouwstenen, zowel inhoudelijk als procesmatig (hoe om te gaan met leraren en hun achtergronden) om vorm te geven aan educatie betreffende biodiversiteit.
- De methode ‘actieonderzoek’ is beproefd als ontwikkelingsinstrument in het basisonderwijs.
- De relatie tussen een natuurtuin en biodiversiteit is verhelderd, en er is zo een basis gelegd voor de ontwikkeling van schoolnatuurtuinen ten behoeve van educatie betreffende biodiversiteit.
- Een school heeft in het kader van het project een tuin ontwikkeld, een andere heeft de tuin beter geïntegreerd in het onderwijs en de derde school heeft een bestaande tuin plus de stedelijke omgeving aangeboord als bron en plek van leren.
- In de aanbevelingen worden ook adviezen gegeven voor opleiding, nascholing en gemeentelijk beleid.
- Er komt informatie over ‘Leven met verschillen’ op een website.
Dit waren ongetwijfeld allemaal bouwsteentjes die hun bijdrage hebben geleverd om het bewustzijn te vergroten dat scholen, door de aanleg van een schoolnatuurtuin en/of gebruik te maken van de groene omgeving van de school, hun leerlingen kunnen helpen een gevoel te krijgen voor het belang van biodiversiteit.
Voor ons was het meest directe gevolg dat de verspreiding van de nieuwsbrief van Leven met Verschillen veel te weeg bracht. In een bijgevoegde brief hadden we ontvangers van de nieuwsbrief gevraagd of zij behoefte hadden aan de oprichting van een netwerk en zo ja, wat zij daarvan verwachtten. Er werd zo veel en inhoudelijk zo sterk gereageerd dat wij besloten om hier werk van te gaan maken. We nodigden enkele mensen uit die heel sterk betrokken waren en met hen organiseerden we op 28 en 29 september 2001 een eerste netwerkbijeenkomst in Rotterdam. Toen nog onder de naam Leven met Verschillen. Het bleek het begin van de spannende ontwikkelingen van Springzaad, meer ruimte voor natuur én kinderen!